starnieuws

Column: Katalysator

25 Jul, 00:59
Het deelnemen aan een grote eindronde is de droom van elke zichzelf respecterende bond. Elk land hunkert naar plaatsing van een nationale selectie voor een groot toernooi en elke topsporter droomt ervan om eens aanwezig te zijn op het grootste podium van die sport. Het is dus niet vreemd wanneer vooral kleinere landen spelers die in sterkere competities actief zijn en op de ene of andere manier te herleiden zijn tot het land, worden gevraagd om de nationale ploeg te komen versterken. Het leuke ervan is dat ook het grotere publiek meehelpt bij de zoektocht naar spelers die een toegevoegde waarde kunnen hebben voor het nationale team. In enkele gevallen is het ook zo dat gekwalificeerde spelers zelf toenadering zoeken om deel te worden van zo een elftal in ontwikkeling.

Bij de Surinaamse nationale voetbalploeg (Natio) is het niet anders en is er reeds jaren een ontwikkeling gaande die erin moet resulteren dat Natio zich plaatst voor het grootste podium van deze sport: het Wereldkampioenschap Voetbal (WK). De komende editie van dit mondiaal toernooi lijkt voor Natio de gelegenheid bij uitstek om plaatsing te realiseren. Maar liefst drie grote obstakels die Natio in de kwalificatiereeks zou kunnen ontmoeten, zijn de organisatoren en voor deze editie dus gevrijwaard van het spelen van kwalificatiewedstrijden. Daarnaast is de nationale ploeg inmiddels verrijkt met beroepsvoetballers in de bloei van hun carrière, die hun schouders onder het bouwproject hebben gezet.
 
De komst van deze kanjers kan dienen als katalysator, waardoor de ontwikkeling van het team sneller verloopt, dan wanneer spelers uit lagere regionen van de lokale competitie zouden doorgroeien naar de nationale ploeg. Indien de huidige groep erin slaagt goede prestaties te blijven neerzetten, zullen andere speelgerechtigde toppers die de zoveelste zijn in de pikorde bij Oranje, zelf aansluiting zoeken. Hierdoor kan Natio binnen korte tijd uitgroeien tot een gevreesde tegenstander. De natuurlijke ontwikkeling van een nationaal elftal geschiedt doorgaans op basis van een meerjaren ontwikkelingsplan met een hoog kostenplaatje. De horizontale instroom van de beroepsvoetballers daarentegen kost de nationale bond in beginsel niets, omdat deze voetballers hun opleiding in den vreemde genieten en aldaar in hen wordt geinvesteerd en kan de groei binnen zeer korte tijd gerealiseerd worden. De komst van kwalitatief betere spelers bij Natio moet dus op de juiste waarde worden geschat.

Een nadeel van de horizontale instroom van beroepssporters is wel dat het grote inspanning kost op zowel organisatorisch als financieel vlak, om de groep geregeld bij elkaar te brengen. Hierdoor duurt het langer voordat spelers op elkaar ingespeeld raken en om een speelwijze in te slijpen. De nationale bond zou een plan moeten ontwikkelen hoe de ploeg zo vaak mogelijk bij elkaar te hebben, zodat het elftal geen samenraapsel blijft van goede voetballers, maar steeds meer groeit naar een team (Together Everyone Achieves More). De besparing op ontwikkelingsgelden vanwege de horizontale instroom, moeten nu aangewend worden om waar mogelijk in de FIFA-windows oefenwedstrijden in te plannen. In november staan er Concacaf Nations League wedstrijden op het programma en het is te hopen dat het gros van de beroepsvoetballers of ten minste de harde kern uit Europa kan overvliegen, zodat ze zoveel mogelijk wedstrijden samen kunnen afwerken. De concentratie moet nu liggen op het groeien naar elkaar  en in het verlengde daarvan het verbeteren van het samenspel.

Mireille Hoepel

Advertentie