Ramdin zegt dat het gebruikelijk is dat de president de COP29 bijwoont in Azerbaijan. Het is de laatste keer in deze regeertermijn dat hij deze klimaatconferentie bijwoont. Het is belangrijk dat de president een duidelijke boodschap geeft over waar Suriname staat. Er wordt prioriteit gegeven aan het vasthouden aan carbon negatief te blijven. Ondanks meer dan honderd jaar mijnbouwindustrie is de carbon negatief zijn van Suriname niet aangetast.

Verder zal de president aangeven in Baku dat Suriname bij het ontwikkelen van nieuwe hulpbronnen zo milieuvriendelijk mogelijk te werk zal gaan conform de internationale standaarden voor wat betreft goed beheer en management. Er wordt reeds gewerkt aan een schip voor de oliewinning met de meest verfijnde technologie waarbij milieuaspecten prioriteit zijn.

"Het moet niet zo zijn dat landen die nu als vervuilers optreden juist regels gaan maken om hun eigen bronnen van energievormen door laten gaan, soms zelfs erger dan olie en gas zoals met kolen", voert minister Ramdin aan. "Men gaat ineens regels maken voor landen die in ontwikkeling zijn en die pas op de markt komen. Dat zou discriminatie zijn, het zou unfair, onrechtvaardig zijn". De verandering van klimaateffecten moet uit de rijke landen komen. "Suriname is een voorbeeld waar wij juist bijdragen van het wegwerken van carbonemissies". Ramdin benadrukt dat het belangrijk is om deze drie zaken continu door te geven op wereldfora.

Daarnaast zullen er ook bilaterale gesprekken worden gevoerd. Verder zal Suriname samen met Bhutan en Panama die carbon negatief zijn met carbon neutrale landen, waaronder Madagascar en de Comoren, een nieuwe alliantie lanceren. De landen die carbon negatief of neutraal zijn dienen te worden ondersteund om die positie te behouden. Naast verminderen van carbonemissies is behoud van de status van de carbon negatieve en neutrale landen belangrijk, benadrukt de bewindsman.

Op de terugweg van de COP29 zal de president twee dagen in Nederland verblijven. Hij zal een aantal gesprekken in Nederland voeren met de Surinaamse gemeenschap, het bedrijfsleven en eventueel met regeringsautoriteiten.