starnieuws

Voor de herinnering aan Julian With: ‘El Tiempo Borró’

27 Jul, 08:46

Julian With met zijn onderscheiding op 12 december 2023.
Foto: ©Frank Jansen
Roy Khemradj, Gloria Bottse en Marcel Febis staan na de begrafenis van schrijver, psycholoog en criticus Julian With, stil bij zijn leven en werk. Alle drie kenden ze hem al sinds zijn tienerjaren. In hun herinnering was hij een moedige stem tegen onrecht, met scherpe analyses en een passie voor de Spaanse taal en de Latijns-Amerikaanse muziek.

“Wij waren jong en onervaren, maar Julian sprak Spaans en ik ook. Hij met een rollende r, echt heel mooi, en daar wilde hij iets mee doen. Uiteindelijk heeft hij het voor elkaar gekregen dat we samen een programma mochten maken bij Radio Rapar”, vertelt Roy Khemradj. Suriname stond aan de vooravond van de onafhankelijkheid en bij dat streven paste geen muziek uit Amerika, Nederland of andere delen van West-Europa. Dat was in elk geval de gedachte die in Julian en Roy leefde. Dus bouwden ze iedere zondagavond een feestje op de radio met Spaanstalige zwijmelliedjes. Roy herinnert zich nog het favoriete nummer van Julian. Dat was ‘El Tiempo Borró’ van de Braziliaanse zanger Nelson Ned. “Bij deze song werd Julian altijd geëmotioneerd. En als hij dat werd, werd ik dat ook”, onthult hij.

Gloria Bottse leerde Julian kennen in Paramaribo, toen ze op stap was met vrienden. Het was de tijd van het afro-kapsel en de broeken met wijde pijpen. Gloria deed ook mee met die trend. Volgens Julian leek ze op de Amerikaanse activiste Angela Davis, maar ze had geen idee wie dat was. Dus spoorde Julian haar aan om over die vrouw te gaan lezen. Veel later in de vriendschap voerde ze heftige discussies met hem over zijn boek ‘Het komt nooit meer goed.’ Dan daagde hij haar uit om naar de feiten te kijken. “Mede door hem ben ik kritischer geworden op de samenleving en hoe wij als Surinamers met elkaar omgaan”, merkt ze op.

Marcel Febis en Julian hebben elkaar ontmoet in de 2e klas van de A.R. Leeuwinschool. In hun vrije tijd zagen ze elkaar regelmatig bij een vaste hangplek; voor de deur van het ouderlijk huis van Marcel aan de Rust en Vredestraat. Zo ontstond een clubje, onder meer met Eugène ‘Froktu’ Vreugd. Die vriendschap tussen hen is tot de dood gebleven want in maart van dit jaar overleed ook ‘Froktu’ aan een ongeneeslijke ziekte. Bij al dat verdriet weet Marcel toch de leuke herinneringen op te roepen. Zoals hun bezoekjes aan bar/discotheek Knock-Out aan de Drambrandersgracht. Daar dansten ze op schuifelnummers of een liedje met een uptempo beat. Ook de bijlegfuifjes op de erven van goede vrienden waren leuk. “We lieten palen in de grond slaan, maakten een dak van zinkplaten, lieten een DJ komen, en we hadden een feestje”, zegt hij lachend.

Maar Roy, Gloria en Marcel kennen ook de domper die het geluk van Julian in Paramaribo heeft overschaduwd: de minachting en de aanhoudende discriminatie door vele stadscreolen en soms ook andere Surinamers. Julian worstelde met een gevoel van uitsluiting. Zijn kritische blik op personen en op de maatschappij was niet alleen een uiting van zijn persoonlijkheid, maar ook een manier om zijn frustraties te kanaliseren, en aandacht te vragen voor die ongelijkheid. Dat was ook het belangrijkste thema van zijn eerste boek ‘Ja, ik ben een Marron’ uit 1974.  “Ik voelde zijn pijn en ik begreep zijn strijd”, zegt Roy. “Vanuit het perspectief van de slavernij werd er neergekeken op de Marrons. En eerlijk gezegd gebeurt dat soms nog steeds. Bovendien hebben de mensen in de stad nauwelijks kennis van de Marrongeschiedenis. Daar is door opeenvolgende regeringen weinig aandacht voor geweest.” 

Gloria begrijpt dat en ze verwerpt die discriminerende houding. Hoe durven Surinamers, waar ook ter wereld, te praten over discriminatie, terwijl ze meesters zijn in het discrimineren van de Marrons in eigen land, vraagt ze zich af. Maar ze wil ook naar binnen kijken en dat Marrons en andere zwarte mensen intern orde op zaken stellen. Onlangs kwam ze van een zakelijke afspraak en iets na middernacht zag ze Marronjongeren, niet ouder dan 13, over straat lopen. “Dat doen wij”, zegt ze met luide stem. “En Julian zou er ook iets van gezegd hebben.”

Dit brengt Marcel weer terug naar zijn jeugd in de wijk Frimangron, waar ook enkele Marronjongeren woonden. Er was toen meer sociale controle en ouderlijk gezag, vindt hij. Had je als kind kattenkwaad uitgehaald, dan was er altijd wel iemand die het aan je ouders ging vertellen. Daarna werd je meteen gecorrigeerd. “De tijden zijn wat dat betreft veranderd”, zegt hij klagend. Verder vindt hij dat er inderdaad binnen de Marrongemeenschap uitdagingen zijn die aangepakt moeten worden. Tegelijkertijd moeten we voorzichtig zijn met generalisaties, zegt hij. Want niet alle stadscreolen discrimineren Marrons en niet alle problemen van Marrons zijn te wijten aan interne factoren. Discriminatie en racisme is het probleem van alle Surinamers. Niemand uitgezonderd.

Wat blijft is de herinnering aan Julian en wat hij met zijn talenten heeft bereikt. Onder meer cumlaude afgestudeerd in de sociale psychologie, schrijver van 13 boeken, radiopresentatator, columnist bij verschillende kranten, uitgever van het literaire tijdschrift Black Flash, organisator van MEP-festivals (Multi Etnisch Podium), directeur bij Stichting De Verlichting, projectleider van een leesbevorderingscampagne in Nederland, projectleider van het RIS-project (Reparatie intellectuele schade) in Suriname, Schaakcoach in Nederland en Suriname, en benoemd tot Officier in de Ere-Orde van de Palm. “Meesterlijk vond ik het RIS-project. En de manier waarop hij dat heeft opgezet was fenomenaal”, zegt Roy. “Terecht dat hij een onderscheiding heeft gekregen.”

“Ik wist dat hij ernstig ziek was, maar zijn overlijden heeft mij diep geraakt”, zegt Gloria. “Vorig jaar nodigde hij me nog uit op zijn verjaardag in Nederland. Hij zei: ‘Kom je mijn laatste verjaardag vieren?’ Ik schrok toen heel erg. Daarna ging ik even zitten, maar hij was er nuchter onder.” Gloria hoopt dat we zijn lijn kunnen voortzetten door eerlijk te zijn over maatschappelijke fouten. En ook dat we nieuwe critici mogen verwelkomen die op feiten gebaseerde kritiek geven. “En niet op emoties”, voegt ze er aan toe.

Stuart Kensenhuis

Advertentie

Sunday 08 September
Saturday 07 September
Friday 06 September
Thursday 05 September