starnieuws

De urgentie van het hoge NEET-percentage

27 Sep, 20:45
Het NEET-percentage in Suriname blijft, vergeleken met andere landen in het Caribisch gebied, zorgwekkend hoog. In 2019 was het percentage jongeren tussen de 15 en 24 jaar die geen onderwijs volgen, niet werken en geen opleiding of training krijgen, al ongeveer 23%. Door de impact van de COVID-19-pandemie steeg dit in 2021 naar 25%. Hoewel recente gegevens schaars zijn, lijkt dit percentage volgens verschillende bronnen sindsdien relatief stabiel te blijven. Dit vormt een grote zorg, vooral gezien de huidige economische crisis waarin het land verkeert.

Wie zijn NEET-jongeren?

De term NEET (Not in Employment, Education, or Training) verwijst naar jongeren die zich niet bezighouden met werk, onderwijs of enige vorm van opleiding. Meestal gaat het om jongeren tussen de 15 en 24 jaar, hoewel sommige rapporten deze leeftijdsgroep uitbreiden tot 29 jaar. De redenen waarom jongeren in deze situatie belanden, variëren van een gebrek aan kansen en persoonlijke omstandigheden tot structurele problemen zoals werkloosheid en een tekort aan opleidingsmogelijkheden.

NEET-jongeren vormen een uitdaging voor de arbeidsmarkt en de bredere economie. Omdat zij geen werkervaring opdoen of opleidingen volgen, dragen zij niet bij aan economische groei en kunnen zij afhankelijk worden van sociale vangnetten. Bovendien vergroot langdurig NEET-zijn het risico op sociale uitsluiting, armoede en gezondheidsproblemen. Voor deze jongeren is het vaak moeilijker om later opnieuw toe te treden tot de arbeidsmarkt of het onderwijssysteem.

De impact op micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

Het hoge NEET-percentage in Suriname heeft directe gevolgen voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (MKMO's), die moeite hebben om geschikt en gekwalificeerd personeel te vinden. Dit tekort aan arbeidskrachten belemmert hun groei en versterkt de uitdagingen waarmee ze te maken hebben in het huidige economische klimaat. Micro-ondernemingen zijn bedrijven met 1 tot 9 werknemers, kleine ondernemingen hebben 10 tot 49 werknemers, en middelgrote ondernemingen tellen tussen de 50 en 249 werknemers. Voor deze bedrijven is het essentieel om toegang te hebben tot goed opgeleid en gekwalificeerd personeel, iets dat door het hoge NEET-percentage steeds moeilijker wordt. Veel van deze ondernemingen hebben vaak moeite om geschikt personeel te vinden vanwege de beperkte middelen voor uitgebreide werving en training.

Structurele problemen en de rol van de overheid
Hoewel er initiatieven zijn om jeugdwerkloosheid te bestrijden, zoals programma's voor technische en beroepsgerichte opleidingen, blijven de structurele problemen in de economie en het onderwijssysteem hardnekkig. Het aanpakken van de onderliggende oorzaken, zoals economische instabiliteit, genderongelijkheid, beperkte toegang tot beroepsgerichte opleidingen en sociale ongelijkheid, is cruciaal om het NEET-percentage te verlagen en jongeren een betere toekomst te bieden.

Opeenvolgende regeringen hebben echter voornamelijk gefocust op macro-economische stabilisatie, waardoor sociaaleconomische kwesties zoals jeugdwerkloosheid en NEET-jongeren minder aandacht kregen. Het gebrek aan betrouwbare en recente data over het NEET-percentage draagt bij aan de passieve benadering van het probleem. Zonder duidelijke cijfers is het lastig om effectieve beleidsmaatregelen te ontwikkelen. Bovendien worden NEET-jongeren vaak niet als een afzonderlijk probleem beschouwd, maar gezien als onderdeel van bredere thema’s zoals onderwijs en werkgelegenheid, waardoor zij geen specifieke prioriteit krijgen.

Politieke en maatschappelijke uitdagingen
In grote delen van de samenleving wordt werkloosheid onder jongeren gezien als een individueel probleem, waarbij de verantwoordelijkheid voor werk of opleiding bij de jongere zelf wordt gelegd in plaats van bij de overheid of beleidsmakers. Dit verklaart deels waarom het NEET-vraagstuk geen centraal thema is in de politieke agenda. Politieke verandering wordt vaak aangedreven door druk van georganiseerde belangengroepen zoals vakbonden of jeugdorganisaties. Aangezien NEET-jongeren vaak sociaal uitgesloten zijn en minder geneigd zijn om hun belangen te vertegenwoordigen, blijft de politieke prioriteit voor dit onderwerp beperkt.

NEET-aanpak als motor voor economische groei
Het terugdringen van het hoge NEET-percentage is van essentieel belang voor zowel de sociale als economische inclusie van jongeren. Bovendien kan het een krachtige impuls zijn voor de groei en ontwikkeling van de MKMO-sector. Door de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren, ondernemerschap te stimuleren en de consumentenbasis te versterken, kan de NEET-problematiek worden omgevormd tot een kans voor economische groei en innovatie. Dit sluit aan bij het bredere doel om de private sector te stimuleren en werkgelegenheid te creëren.

Welke politieke visie voor de toekomst?
Met de komende verkiezingen in het vooruitzicht is de grote vraag welke politieke partijen oog zullen hebben voor zowel economische ontwikkeling als sociale inclusie. Het is tijd dat de problematiek rond NEET-jongeren hoger op de agenda komt, niet alleen als sociaal vraagstuk, maar ook als economische noodzaak. De toekomst van Suriname hangt immers af van de mate waarin jongeren worden ingeschakeld in het opbouwen van een veerkrachtige en inclusieve samenleving.

Vincent Roep

Advertentie