starnieuws

Surinames offshore oliekoorts: verbreek de vloek van natuurlijke hulpbronnen

08 Oct, 08:44
“Leri no e puru don! Na ondertekening van de FID met TotalEnergies staan de regeringspartijen en parlementaire oppositiepartijen op de loer om na 25 mei 2025 in het in olie gedompeld machtscentrum te baden, luid zingend dat iedereen de vlag moeten uitsteken voor deze  “historische mijlpaal”. Politiek Suriname zit gevangen in de vloek van natuurlijke hulpbronnen: verblind door niet duurzame economische pijlers, waardoor men geen andere ontwikkelingsmogelijkheden ziet voor een  duurzame toekomst.

Geld
Suriname zal tussen 2028-2042 ongeveer US$ 50 miljard aan inkomsten uit Oil & Gas binnenhalen. Het geld stroomt al voor de installatie van de volgende regering na 25 mei 2025 met een gift van TotalEnergies en Apache van $13 miljoen voor moeder- en kindzorg. Staatsolie schat dat de Surinaamse olie- en gasbronnen tussen de $ 16 miljard en $ 26 miljard kunnen opleveren, wat het Bruto Binnenlands Product van Suriname van $ 4,34 miljard in de schaduw stelt.

Groei zonder ontwikkeling
De geprojecteerde inkomsten beloven groei maar nog geen ontwikkeling! Suriname heeft na diverse “koortsen” geen ontwikkeling kunnen bereiken:

Eerste Goudkoorts (1875-1925)
Na de afschaffing van de slavernij in Suriname ontstond de eerste goudkoorts  waarbij de koloniale overheid van 1875-1925 voor de goudontginning de Lawaspoorweg aanlegde. Goudontginning was tussen 1881 en 1890 het belangrijkste exportproduct van Suriname en droeg mede door de goudsmokkel maar weinig bij aan de staatskas.

Bauxiet (1916-2016)
De bauxietindustrie werd tijdens de Tweede Wereld Oorlog de economische pijler van Suriname. Surinaamse regeringen stelden faciliteiten en infrastructuur beschikbaar met het Brokopondoproject om duurzame groei en sociale rechtvaardigheid  te bereiken. De kortstondige hoge economische groei  van jaarlijks gemiddeld 13% van 1965 -1967 was snel uitgeblust. Bovendien werd een hoge prijs betaald met de vernietiging van de natuur en enkele marrondorpen. De bauxietkoorts werd na 100 jaar afgesloten in 2016 met als resultaat: groei zonder ontwikkeling.

Tweede goudkoorts (1980-heden)
Na 1980 ontstond een nieuwe goudkoorts met betrokkenheid van garimpeiros en nieuwe militaire en politieke elites. Goud nam de positie over van bauxiet als economische pijler en bereikte van 2015-2020 een piek met een exportwaarde van bijna 2 miljard US$ in 2020, (93% van totale mijnbouwexport). Er werden goudconcessies in goudrijke gebieden verstrekt  aan partijbonzen. Volgens Parbode ("De 10 gouden jongens van Suriname" 1 september 2012) zijn er onder de top tien goudmagnaten ook politieke toppers van de grootste politieke partijen. Van de officiële goudexport in 2011 met een wereldmarktwaarde van ruim anderhalf miljard US dollar ontving de Surinaamse overheid slechts twaalf procent aan belasting en andere rechten uit de goudsector, terwijl het ongecontroleerd gebruik van kwik en cyanide ernstige schade toebrengt aan het milieu.

3,5 miljard Nederlandse hulp  
De Nederlandse ontwikkelingshulp van 3,5 miljard Nederlandse gulden (Gouden handdruk) overeengekomen bij de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 leert dat de hulp eerder een negatief effect had, dan bijdroeg aan duurzaamheid en zelfredzaamheid van Suriname. Baijah Mhango (wijlen) laat in het boek Aid and Dependence, The Case of Suriname overtuigend zien waarom ontwikkeling uitbleef: geen ontwikkelingsplannen vanuit eigen mogelijkheden, geen institutionele capaciteit; geen absorptie capaciteit en geen aansturing van  ontwikkelingsinspanningen door Surinaamse instituten vanuit eigen perspectief. En het dirigeren van besluitvorming  over de besteding van ontwikkelingshulp door Nederland.

Hyperkoorts: Offshore olie
Met de gigantische US dollar bedragen in het vooruitzicht mag de FID met TotalEnergies and APA Corporation worden getypeerd als de “hyperkoorts”. Na ondertekening van de FID werd de economische groei bejubeld en hoe Suriname zal profiteren van inkomsten uit offshore olie en gas: “Suriname zal nooit meer hetzelfde zijn, zeker niet na 2028.... Echter is goed bestuur daarvoor een vereiste. Suriname zal dan nooit meer arm zijn”, woorden van Annand Jagesar, Algemeen directeur van Staatsolie .”

Anti-ontwikkeling
Er zijn vier redenen voor het niet bereiken van ontwikkeling: De centralistische staat van Suriname dwarsboomt ontwikkeling en adequate financiering voor sociale ontwikkeling; De natuur als belangrijkste bron voor ontwikkeling wordt vernietigd en meegenomen als “wingewest” met voortgaande vernietiging van binnenlandse lokale leefgemeenschappen; De vloek van natuurlijke hulpbronnen resulteert in toenemende economische ongelijkheid met oneerlijke verdeling van natuur, natuurlijke hulpbronnen en inkomens.

What is left?
Eddy Jharap, de eerste directeur van Staatsolie (1980-2005), vertegenwoordigde een dunne laag van intellectuelen met een ontwikkelingsvisie. Hij verbreedde zich van geoloog tot een visionair en ontwikkelingsstrateeg en zat in de Staatsolie onshore driver seat.  Anno 2024 zit TotalEnergies in de driver seat, maar is onze staat met Staatsolie de aanhangwagen. Staatsolie  gaat  thans door een offshore proces omringd door oliedorstige politici en belangengroepen. De “grote” politieke partijen die de dienst willen uitmaken na de verkiezingen van 2025 missen een intellectuele basis en vooruitziende ontwikkelingsblik. Tegelijkertijd zijn deze niet transparant in het verkrijgen van partij financiering. Om een duurzaam ontwikkelingsplan te maken en ons uit de wurggreep van de vloek van natuurlijke hulpbronnen  te ontworstelen is een sterke bundeling noodzakelijk van alle maatschappelijke krachten die niet gevangen zitten in de offshore olie hyperkoorts, en die zich bewust zijn dat mogelijke “verrassingen” door klimaatverandering roet in het eten kunnen gooien.

Jack Menke

Advertentie