De olieprijzen zijn maandag, vandaag, gedaald na de vergeldingsaanval van Iran op Israël afgelopen weekend. Brent-olie – internationaal een belangrijke maatstaf voor de olieprijzen – noteerde maandagochtend lager, maar werd nog steeds rond de $90 per vat verhandeld.

De prijzen waren al gestegen in afwachting van actie van Iran, waarbij Brent-olie vorige week het hoogste punt in zes maanden naderde.

Analisten zeiden dat de markten zouden kijken hoe het conflict de mondiale toeleveringsketens zou kunnen beïnvloeden.

Schommelingen in de olieprijs kunnen over de hele wereld rimpeleffecten veroorzaken, omdat landen sterk afhankelijk zijn van de grondstof, die wordt gebruikt voor de productie van brandstoffen zoals benzine en diesel. Brandstof- en energieprijzen zijn de afgelopen jaren een belangrijke drijvende kracht geweest achter de hogere kosten van levensonderhoud wereldwijd.

Toen Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel, stegen de olieprijzen naar 120 dollar per vat vanwege de aanbodvrees toen westerse landen sancties oplegden aan Rusland, een van de grootste olie-exporteurs ter wereld. De actie leidde niet alleen tot hogere prijzen aan de pomp, maar ook tot talloze andere goederen, omdat bedrijven hun prijzen aanpasten om de hogere kosten te dekken.

Analisten zeiden dat de reactie van Israël op de aanval van cruciaal belang zou zijn voor de mondiale markten in de komende dagen en weken.

De Israëlische minister van Defensie Yoav Gallant heeft gezegd dat de confrontatie met Iran "nog niet voorbij is".

Zijn opmerkingen kwamen nadat Iran dit weekend drones en raketten op Israël had gelanceerd, nadat het land vergelding had gezworen voor een aanval op zijn consulaat in de Syrische hoofdstad Damascus op 1 april. Israël heeft niet gezegd dat het de aanval op het consulaat heeft uitgevoerd, maar algemeen wordt aangenomen dat het er achter zat.

Eind vorige week bereikte de prijs van Brent-olie de US$92,18 per vat, het hoogste niveau sinds oktober, maar hij maandagochtend vroeg was teruggevallen naar ongeveer US$89,70.

Terwijl de olieprijzen lichtjes daalden, ging de prijs van goud omhoog en zweefde deze rond recordhoogten, met een handelswaarde van bijna US$2.400 per ounce.

Goud wordt vaak gezien als een veilige belegging in tijden van onzekerheid en steeg scherp in de aanloop naar het weekend.

Energieanalist Vandana Hari zei dat de daling van de olieprijs betekende dat "de oliemarkt op dit moment duidelijk niet de noodzaak ziet om rekening te houden met een extra aanboddreiging".

Maar Peter McGuire van handelsplatform XM.com zei dat hij verwachtte dat de energiemarkt volatiel zou zijn en voorspelde dat de olieprijzen zouden stijgen als Israël krachtig op de Iraanse actie zou reageren.

April LaRusse, hoofd investeringen bij Insight Investment, zei echter dat het waarschijnlijk was dat de markten "zijwaarts zouden handelen totdat we meer informatie hebben".

"Helaas is deze situatie in het Midden-Oosten al een tijdje aan de gang en hoe langer er sprake is van een beetje geopolitieke spanning, hoe meer markten afwachten en er geen paniekreactie ontstaat als eerste zet", vertelde ze aan BBC.

De aandelenmarkten in de regio Azië-Pacific daalden maandag toen beleggers de impact van de aanval afwogen. Russ Mould, investeringsdirecteur bij investeringsmaatschappij AJ Bell, zei dat de markten "de week met relatieve rust waren begonnen".

Hij zei echter dat de goudprijzen die in de buurt van recordhoogtes bleven, duidden op "aanhoudende nervositeit onder investeerders".

"De situatie blijft beladen en afgezien van de geopolitieke en humanitaire implicaties zou een breder conflict in het Midden-Oosten de energieprijzen kunnen doen stijgen en de zorgvuldige pogingen van de centrale banken om de inflatie terug te dringen ongedaan kunnen maken", voegde hij eraan toe.

Iran is volgens de Amerikaanse Energy Information Administration de zevende grootste olieproducent ter wereld en het derde grootste lid van het Opec-olieproducentenkartel.

Analisten zeggen dat een belangrijk vraagstuk voor de toekomstige olieprijs de vraag is of de scheepvaart door de Straat van Hormuz hierdoor zal worden beïnvloed.

De Straat – die tussen Oman en Iran ligt – is een cruciale scheepvaartroute, aangezien ongeveer 20% van de totale olievoorziening in de wereld er doorheen gaat.

Opec-leden Saudi-Arabië, Iran, de Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit en Irak sturen het grootste deel van de olie die zij exporteren via de Straat.

Zaterdag heeft Iran een commercieel schip met verbindingen naar Israël in beslag genomen toen het door de Straat van Hormuz voer.

Advertentie