Een olielek bij een raffinaderij in Peru tijdens hoge golven veroorzaakt door de explosie afgelopen weekend van een vulkaan in Tonga, is een "ecologische ramp", zei de Peruaanse regering woensdag. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat de olieramp het dieren- en plantenleven in beschermde gebieden over een gecombineerd gebied van zo'n 18.000 vierkante kilometer rond eilanden en visgebieden, had geschaad.

De lekkage van een tanker die ruwe olie aan het lossen was bij de La Pampilla-raffinaderij van het Spaanse oliebedrijf Repsol, werd toegeschreven aan ongewoon grote golven nadat de enorme onderzeese vulkaanexplosie in Tonga, ongeveer 10.000 km verderop, tsunami-waarschuwingen veroorzaakte over de Stille Oceaan.

Het ministerie riep Repsol op om voor het incident te betalen. "Dit is de ergste ecologische ramp die zich de afgelopen tijd heeft voorgedaan rond Lima en die honderden vissersfamilies ernstig heeft geschaad. Repsol moet de schade onmiddellijk vergoeden", aldus het ministerie op Twitter.

Peruaanse officieren van justitie zijn vanwege het incident een onderzoek gestart naar een afdeling van Repsol. Minister van Milieu Ruben Ramirez had een ontmoeting met vertegenwoordigers van Repsol en zei dat er volgens het bedrijf ongeveer 6.000 vaten olie zijn gemorst.

Het Peruaanse agentschap voor investeringen in energie en mijnbouw (Osinergmin) zei in een verklaring dat het opdracht heeft gegeven een van de vier terminals van de raffinaderij te sluiten, totdat de oorzaken van de lekkage zijn vastgesteld.

La Pampilla is de grootste raffinaderij van Peru en levert aan meer dan de helft van de lokale brandstofmarkt.

Advertentie