Jaarlijks wordt op 15 februari Wereld Kinderkankerdag herdacht. Het doel van het WHO Global Childhood Cancer Initiative is om alle pijn en lijden van kankerbestrijdende kinderen te elimineren. Tegen 2030 moet wereldwijd ten minste 60% van alle kinderen met kanker de ziekte kunnen overleven. Dit is het dubbele van het huidige genezingspercentage. Dan kunnen een extra miljoen levens van kinderen gered worden.

Ongeveer 70% van alle vormen van kanker is te genezen, wanneer de ziekte vroeg genoeg gediagnosticeerd en behandeld wordt. Echter profiteert echter slechts 20% van de kinderen in de wereld van geavanceerde medische zorg. Kinderen die in onderontwikkelde landen wonen, vertegenwoordigen 80% van alle kinderen in de wereld. Sommige van deze kinderen hebben kanker en krijgen momenteel geen medicijnen en een behandeling.

Childhood Cancer International (CCI) wil de ouders van deze kinderen geven tot de informatie die zij nodig hebben om weloverwogen beslissingen te nemen over de behandeling van hun kind. De behandeling en verzorging van kanker bij kinderen vereist een heel interdisciplinair team, dat niet alleen de medische behandeling van het kind (waaronder chirurgie en bestraling) moet bieden, maar ook de psychosociale ondersteuning voor het kind en het hele gezin.

Kanker is wereldwijd een van de belangrijkste doodsoorzaken. Ook in Suriname maakt deze ziekte dodelijke slachtoffers onder kinderen. Volgens een onderzoek gedaan door Dennis Mans en Wilco Zijlmans in de periode 1980-2008, waren er 290 gevallen van kinderkanker in de bestreken periode. Het gaat om ongeveer 10 nieuwe gevallen per jaar. Het gemiddelde jaarlijkse aantal totale kanker steeg van ongeveer 1 om de twee jaar bij pasgeborenen tot 3-4 per jaar bij adolescenten en jonge volwassenen. 

Bijkans 30% tot 35% van de patiënten waren Hindoestaans of Creools; de verhoudingen van Javaanse en Marronspatiënten waren respectievelijk ongeveer twee en vijf keer lager. Leukemieën en lymfomen bestonden uit bijna de helft van de gevallen, die elk 2 tot 3 keer per jaar voorkwamen. Bottumoren, weke delen sarcomen en carcinomen waren de meest voorkomende niet-hematologische maligniteiten, die een of twee keer per jaar voorkwamen. Elk jaar gaan er in totaal bijkans 400 personen – volwassenen en kinderen - dood aan kanker, waarvan de helft behoort tot het mannelijk geslacht en de helft tot het vrouwelijk geslacht.