Marcel Oostburg en 4 anderen hadden een rechtszaak aangespannen tegen het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) om het besluit om geen getuigschriften meer te geven in het 8e leerjaar (zesde klas), terug te draaien. Kortgedingrechter Suzanne Chu heeft Oostburg en zijn medestanders niet ontvankelijk verklaard omdat ze geen wettige vertegenwoordigers zijn van de leerlingen voor wie ze het zouden opnemen.

De zaak tegen het ministerie is in augustus begonnen. Oostburg en de andere eisers hadden bezwaar tegen dat leerlingen voortaan in het 10e leerjaar een getuigschrift gaan krijgen in plaats van het 8e. Zij vorderden dat het besluit van het ministerie wordt opgeschort totdat de kantonrechter in een bodemprocedure over de rechtsgeldigheid daarvan een definitief besluit heeft genomen. Daaraan gekoppeld was een dwangsom van SRD 250.000 voor iedere keer of dag waarop het gevorderde niet wordt nageleefd. De eisers hadden aangevoerd dat het minOWC vooruitlopend op de wetgeving besloten heeft geen certificaten uit te reiken na het 8e leerjaar.

Persrechter Alida Johanns licht het vonnis toe: “De kantonrechter geeft geoordeeld dat de eisers niet ontvankelijk zijn. Omdat niet is gebleken dat zij de wettelijke vertegenwoordigers zijn van de leerlingen van het lager onderwijs. En zelf geen leerlingen zijn dus geen belang hebben bij wat ze vorderen. De eisers kunnen tegen deze uitspraak in hoger beroep gaan.”

“In deze zaak speelt dus dat Oostburg en de overige eisers van mening zijn dat leerlingen hierdoor geschaad worden,” vervolgt Johanns. “En de kantonrechter zegt: Leerlingen zijn minderjarig. Minderjarigen worden vertegenwoordigd door hun wettige vertegenwoordigers. Als namens leerlingen vorderingen moeten worden ingesteld moeten wettelijke vertegenwoordigers dat doen. Als niet blijkt dat de eisers de wettelijke vertegenwoordigers zijn van de leerlingen, worden ze niet ontvankelijk verklaard.”

Advertentie