Rabin Parmessar, fractieleider van de NDP, benadrukte dat de wetten haastig zijn behandeld om Oppenheimer te faciliteren. Door de schuldherschikking moest de wet aangepast worden omdat een deel van de olieopbrengsten uit Blok 58 toegewezen is voor het instrument voor waardeherstel (Value Recovery Instrument) dat is opgenomen in de Schuldsaneringsovereenkomst van de uitstaande internationale Oppenheimer obligaties. Parmessar voerde aan dat het helemaal niet gaat om een stevig en sterk stabiliteitsfonds zoals de regering wil doen geloven. De wet heeft nog veel haken en ogen.

Ronny Asabina, fractieleider van de BEP, merkte op dat het een race tegen de klok is geworden en dit heeft ingeboet aan de kwaliteit. De wet kan "de made in Suriname toets" niet doorstaan. Ivanildo Plein zei namens de NPS fractie dat minister Stanley Raghoebarsing van Financiën & Planning onvoldoende erin is geslaagd om te overtuigen. Veel vragen zijn onbeantwoord gebleven. De verantwoording en transparantie over het Spaar- en Stabilisatiefonds zijn niet goed uit de verf gekomen, stelde Plein. Terwijl al lang bekend was dat deze wetten moesten worden aangenomen, zijn ze laat ingediend en in alle haast behandeld. Asis Gajadien, fractieleider van de VHP, haalde aan dat het Spaar- en Stabilisatiefonds niet veel verschilt van landen die in de wereld succesvol zijn. Het moet Suriname ook lukken om successen te boeken.

In de motie van de coalitie wordt de regering gevraagd om zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel in te dienen ter wijziging van artikel 83 lid 3 van de grondwet. De coalitie wil dat naast de genoemde wetten in de grondwet ook de wet Spaar- en Stabilisatiefonds, de Comptabiliteitswet, de Bankwet en de wet op de Staatsschuld met gekwalificeerde meerderheid moeten worden gewijzigd. Deze motie is aangenomen met 27 stemmen voor en 12 tegen van de NDP en BEP fractie.