starnieuws

De Surinaamse Advocatenwet van 2004

25 Mar 2019, 19:22
In Suriname is in 2004 een Advocatenwet in werking getreden die in artikel 4 regelt dat eveneens niet-Surinamers kunnen pleiten voor Surinaamse staatsburgers. Deze wet is in 2015 enigszins gewijzigd op 27 maart 2015; echter niet ten aanzien van het gegeven dat vreemdelingen kunnen pleiten op alle gebieden van het recht voor onze staatsburgers bij de rechtbank.

Ik vraag mij nu echter af of deze buitenlandse advocaten een duurzame band van persoonlijke aard hebben met Suriname (juridische terminologie). Voorts waarom de wetgever geen quota heeft gesteld aan het aantal buitenlandse advocaten voor benoeming bij het Hof van Justitie en of een bepaalde duur waarvoor deze juristen het beroep kunnen uitoefenen in Suriname. In bijvoorbeeld Nederland is het volgens de wet onmogelijk dat buitenlanders zich kunnen vestigen als advocaat alsmede ingeschreven kunnen worden op het tableau.

De ontwikkelingen in ons land zijn zo uit de hand gelopen dat meer dan de helft van het aantal gevestigde advocaten (207) thans een vreemde nationaliteit bezit (Starnieuws, 23 maart 2019). Wanneer deze situaties zich voordoen in een land is het natuurlijk belangrijk te weten wat de grondslag is geweest om zo’n gewichtige zaak op een dergelijke uitzonderlijke wijze in de wet te regelen. Ik heb na studie zulks niet uit de Wet noch uit de Memorie van Toelichting kunnen ontleden.

Ontbreken deskundigheid
In het verleden toen er tekorten waren onder andere in het onderwijs, werden deskundigen in het buitenland geworven alsmede geselecteerd voor een bepaalde periode na strenge beoordelingsgesprekken. Daarna kon de periode van verblijf in Suriname voor een belanghebbende eventueel verlengd worden maar niet onbeperkt.

Als de huidige buitenlandse advocaten voor bepaalde (geheime) Staatszaken moeten pleiten, vraag ik mij af zulks wenselijk is! Erger vind ik het voor Surinaamse studenten die na hun afstuderen aan de juridische faculteit de huidige buitenlandse advocaten als hun concurrenten moeten gedogen voorts stevige barrières ervaren om door te stromen naar dit beroep. De Surinaamse noch de Nederlandse wet staat in principe een dubbele nationaliteit toe! Nederland heeft zelfs het Verdrag van Staatsburg (1963) ondertekend om zoveel mogelijk een dubbele nationaliteit tegen te gaan. Eveneens de Wet tot regeling van het Surinamerschap en ingezetenschap staat op geen enkele wijze een dubbele nationaliteit toe. Zodoende kunnen Nederlandse voetballers van Surinaamse origine niet uitkomen voor Suriname.

Uiteraard zal in een steeds meer globaliserende wereld uitgeweken moeten worden van deze standaarden doch de formele situatie is nu eenmaal zo dat zoveel mogelijk een burger van een land één nationaliteit bezit om eveneens de emotionele i.c. zakelijke binding met dat ene land te impliceren!

Gekozen voorzitter SOvA
Uit een recent gepubliceerde nog niet correct geverifieerd document in de media (vóór de verkiezingen voor de SOvA op 23 maart 2019) blijkt dat de onlangs gekozen voorzitter van de Surinaamse Orde van Advocaten (SOvA) de Nederlandse nationaliteit zou bezitten. Dit is tegen de reglementen van de SOvA als het klopt! De verkiezingscommissie heeft beloofd een onderzoek in te stellen naar de authenticiteit van het reisdocument. Het nummer van het gepubliceerde paspoort is NXDD43575 uitgegeven op 9 mei 2018 door de burgemeester van Rotterdam en is geldig tot en met 9 mei 2028. Dit paspoort zou nog geen jaar geleden zijn uitgegeven en staat op naam van Gadjradj; Samantha, Sabpna. Hoe komt deze persoon dan aan een Surinaams rijbewijs, Surinaams ID-kaart alsmede een Surinaams paspoort?

Ik ga er vooralsnog van uit dat de huidige gekozen voorzitter (vrouw van de vorige voorzitter van de SOvA) deze documenten geheel legaal heeft verworven. Overigens is het niet kies dat de SOvA het mogelijk maakt dat partners opeenvolgend in deze functie worden gekozen wegens conflict of interest. Juist juristen moeten elke vorm van belangenverstrengeling vermijden om als voorbeeld te dienen voor de gemeenschap. In ieder geval hoop ik dat het nieuw gekozen bestuur de zeer hoge bedragen die soms in valuta’s worden gevraagd door de advocatuur gaat indammen. Er dient een transparante tarievenstructuur te komen zodat elke rechtzoekende waarborgen bezit om bij een proces een goede procesvertegenwoordiger te hebben met uiteraard kennis van zaken. Uiteraard is het evenzo hier nog maar de vraag of (jeugdige) buitenlandse advocaten genoeg kennis van zaken hebben inzake de Surinaamse samenleving om adequaat te kunnen pleiten.

Robby Roeplall

Advertentie