De bewindsman zei op de regeringspersconferentie woensdagavond dat het nog tien tot twintig jaar zal duren voordat een schooljaar zonder veel problemen kan worden opgestart. Hij merkte op dat niet alle ouders hun kinderen op tijd aanmelden voor inschrijving op de dagen die daarvoor worden uitgetrokken. Ook bij de na inschrijving lopen zaken niet vlot. Op de eerste schooldag bijvoorbeeld worden scholen geconfronteerd met ineens een aantal leerlingen dat eerder niet was aangemeld.

Het probleem is vrij complex, legde Ori uit. Mensen verhuizen maar geven dat niet door aan het Centraal Bureau voor Burgerzaken. Daardoor is de planning ook erg moeilijk. Er is een grote migratie naar Paramaribo en Wanica. Ook zijn er te weinig scholen. Daarnaast zijn naast openbare scholen ook bijzondere scholen die hun eigen visie hebben. Vaak blijkt in de praktijk dat de opgegeven formatie niet klopt. Schoolleiders zijn niet altijd secuur. Dat blijkt uit veldcontrole.

Ook is het ministerie geconfronteerd met kinderen van Haitianen, Brazilianen en Cubanen die de Nederlandse taal niet machtig zijn. Ook hiermee moet worden omgegaan. Door alle uitdagingen is het moeilijk om een schooljaar vlekkeloos te doen verlopen. Het schoolvervoer is eveneens complex. Er zijn nu reeds ruim 900 busroutes. Nieuwe routes komen erbij. Wat de betaling van bushouders betreft, zijn de stukken opgestuurd naar het ministerie van Financiën.

Ori verwacht dat binnen twee drie weken de problemen opgelost zullen worden. Eind oktober moet alles op zijn plaats zijn. Wat het binnenland betreft, zijn ook obstakels. De minister merkte op dat diverse ministeries betrokken zijn bij het onderwijs in het binnenland. De problemen waarmee het ministerie te maken heeft, zijn niet op te lossen voordat de school begint, want in de praktijk komen er nieuwe situaties voor die niet van te voren konden worden ingeschat. Het gaat om diverse complexe zaken die zich aan het begin van het schooljaar manifesteren.