Een van de hoogtepunten die de minister noemde, was de aankoop van een eigen kantoorpand. Sinds 2013 was het ministerie afhankelijk van huurpanden om kantoor te houden. Ook de voortzetting van de modernisering van de arbeidswetgeving noemde Mac Andrew een succes. Hij verwees naar de aanpassing van de wet Minimumloon. De minister gaf aan, dat niet alle concept wetten behandeld zijn geworden door DNA en dat in een geval de behandeling anders uitpakte, dan gepland.

Wat betreft werkgelegenheid gaf Mac Andrew aan dat de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid naar tevredenheid verloopt. De bewindsman verwees ook naar de resultaten van de Employment and Skills Survey, die inzicht heeft gegeven in trends, ontwikkelingen en uitdagingen op de arbeidsmarkt. De geïdentificeerde uitdagingen zijn volgens Mac Andrew niet eenvoudig op te lossen, maar het ministerie zal strategieën blijven ontwikkelen om deze het hoofd te bieden. Ook over de Arbeidsinspectie sprak de minister zijn tevredenheid uit, maar merkte op dat er in 2025 nog veel werk te doen is, aangezien er nog steeds veel overtredingen van de arbeidswetgeving voorkomen. Deze overtredingen zijn niet bevorderlijk voor het streven naar Decent Work voor alle werkenden.

De bewindsman sprak ook zijn tevredenheid uit over de werkzaamheden van de werkarmen van het ministerie. Hij prees het project Wroko Fu Mek Moni, uitgevoerd door de Stichting Arbeidsmobilisatie en Ontwikkeling, waarbij honderden personen landelijk de gelegenheid hebben gehad om kosteloos een vak te leren. Mac Andrew sprak eveneens zijn waardering uit voor de Stichting Productieve Werk Eenheden en verwees naar onder andere het Basic Needs Trust Fund 10 project, waarbij marktventers zijn getraind in ondernemerschapsontwikkeling. Ook noemde de minister het trainen van vrouwen in Matta in ondernemerschap met de bedoeling hen zelfredzaam te maken een succes, meldt AWJ. 

Wat betreft het jeugdbeleid wees de minister op de vooruitgang die is geboekt voor wat betreft jongereninspraak en -participatie. Mac Andrew verwees onder meer naar de landelijke consultaties van de Jongerenraad Suriname, die zodoende in contact blijft met leeftijdsgenoten en de doelgroep. Daarnaast werd de instelling van zeven multidisciplinaire werkgroepen voor een landelijke aanpak van de jeugdproblematiek aangekaart door de minister. Deze aanpak is volgens de bewindsman noodzakelijk, omdat de jeugdproblematiek meerdere beleidsterreinen raakt en een holistische en geïntegreerde benadering vereist. De samenwerking tussen ministeries in werkgroepsverband ziet de minister als cruciaal voor een gecoördineerde en effectieve aanpak van het jeugdwerk door de overheid.

Mac Andrew noemde ook de recente lancering van het project Sociaal Agogische Vorming in Coronie, waarbij jongeren van 4 tot 21 jaar drie middagen per week gedurende acht maanden kunnen deelnemen aan activiteiten gericht op hun groei en ontwikkeling. In 2025 zal dit project ook worden uitgevoerd in de overige districten. Hiermee laat het ministerie volgens de bewindsman zien dat opnieuw een belangrijke stap wordt gezet in het versterken van de jeugd in de districten en het bevorderen van gelijkwaardige kansen voor alle jongeren in Suriname.

Advertentie