Tijdens de behandeling dinsdag wezen de fractieleiders Rabin Parmessar (NDP) en Ronny Asabina (BEP) dat twee belangrijke wetten in alle haast worden behandeld. Diverse leden klaagden over de spreektijd die beperkt werd tot een uur voor leden van commissie van rapporteurs en 20 minuten per lid. Parmessar voerde aan dat het al maanden bekend was dat de wetten aangepast moesten worden, maar de regering is laat ermee op de proppen gekomen. Tijdens de discussie in de eerste ronden werden ook diverse wijzigingsvoorstellen gedaan.

De wetten worden aangepast omdat verwacht wordt dat de olieproductie flink zal stijgen. Op de middellange termijn biedt de sector Suriname een unieke kans om groei en ontwikkeling te bevorderen. Door een goed economisch en budgettair beheer zal het land in staat zijn het ontwikkelingspotentieel van deze natuurlijke hulpbronnen volledig te benutten. Daarom is het nodig om nieuwe regels vast te stellen over de wijze van het beheer van het fonds. 

Als tijdelijke regeling is een deel van de olieopbrengsten van offshore Blok 58 toegewezen aan het instrument voor waardeherstel (Value Recovery Instrument) dat is opgenomen in de Schuldsaneringsovereenkomst van de uitstaande internationale obligaties van de Republiek Suriname die op 6 december 2023 door het ministerie van Financiën en Planning is afgekondigd.

Diverse Assembleeleden hebben ervoor gepleit dat wijzigingen in het fonds aan te brengen in de toekomst bij twee derde meerderheid moet geschieden. Voorkomen moet worden dat het fonds wordt uitgehold in de toekomst. In de wet wordt het beheer, de belegging, het toezicht en op welke wijze gelden kunnen worden onttrokken geregeld. Uit de discussies blijkt dat er nog haken en ogen zijn aan de wetten. Er is onvoldoende tijd om alles goed te regelen.