starnieuws

Kwestie Pikin Saron: Kritische reflectie op rechtspraak

30 Jan, 20:40
De veroordeling van zes mannen uit Pikin Saron, van wie vijf, tot acht jaar gevangenisstraf kregen opgelegd, heeft een diepe kloof blootgelegd tussen formele rechtspraak en de sociaal-maatschappelijke realiteit van inheemse gemeenschappen die decennialang strijden voor hun grondrechten.

Deze zaak roept fundamentele vragen op over de rol van rechters in een democratische rechtsstaat, vooral wanneer zij worden geconfronteerd met historisch onrecht, staatsgeweld en maatschappelijke onrust. De rechter in deze kwestie lijkt geen rekening te hebben gehouden met de dood van twee mannen door politiegeweld noch met de bredere context van inheems verzet.

Dit artikel onderzoekt kritisch de uitspraak aan de hand van de beslissende rechter-theorie, rechtssociologie en rechtspsychologie en rechtsethiek, vergelijkt de zaak met soortgelijke gevallen in andere democratieën, en eindigt met een moreel-ethisch-juridische conclusie.  

Achtergrond: Pikin Saron en de Strijd om Grondrechten  
Inheemse gemeenschappen in Pikin Saron vechten al decennia tegen landonteigening, vaak ten gunste van industriële projecten of overheidsbelangen. De vier veroordeelde mannen waren actief in deze beweging en werden beschuldigd van protest gerelateerde delicten, mogelijk gewelddadig verzet. Tijdens een protest werden twee van hun medestanders door de politie doodgeschoten – een escalatie die nationale verontwaardiging veroorzaakte. Toch baseerde de rechter zijn oordeel uitsluitend op de formele wetsovertredingen, zonder de maatschappelijke spanningen of het politieoptreden te wegen.  

Kritiek op de rechter: Theorie versus Praktijk  
1. De beslissende Rechter-Theorie  
Deze theorie benadrukt dat rechters discretionaire ruimte hebben om recht te doen aan zowel wet als gerechtigheid. Een mechanische toepassing van de wet, zonder oog voor historische context of maatschappelijke gevolgen, ondermijnt echter het vertrouwen in het rechtssysteem. In de kwestie Pikin Saron negeerde de rechter de koloniale erfenis van landonteigening en de rol van de Staat als partij in het conflict. Hij reduceerde de zaak tot een strafrechtelijk feit, terwijl de beslissende rechter-theorie vraagt om een balans tussen legaliteit en legitimiteit.  

2. Rechtssociologie: Recht als sociaal fenomeen
Rechtssociologie onderzoekt hoe wetten interacteren met maatschappelijke machtsverhoudingen. De uitspraak reflecteert een hiërarchie waarin de Staat zijn eigen geweld (politieoptreden) niet ter discussie stelt, terwijl protest van gemarginaliseerde groepen snel wordt gecriminaliseerd. Door de politiedoden buiten beschouwing te laten, legitimeerde de rechter impliciet een disproportioneel staatsantwoord. In landen zoals Canada, waar rechters vaker inheemse rechten erkennen zien we een bewustzijn van dergelijke machtsongelijkheid.  

3. Rechtspsychologie: Empathie en vooroordelen  
Rechtspsychologie vraagt aandacht voor de menselijke factor in rechtspraak. De rechter toonde weinig begrip voor de trauma’s van de gemeenschap of de motivatie van de activisten (bijv. rechtvaardig verzet). Onderzoek toont aan dat vooroordelen over inheemse groepen vaak leiden tot strengere straffen.

In Australië werd bijvoorbeeld in de 'Uluru Statement from the Heart' benadrukt dat rechtspraak moet inzien hoe koloniaal beleid doorwerkt in hedendaagse ongelijkheid.  

Vergelijking met andere democratische rechtsstaten  
- Canada: Na de 'Wet op de Rechten van Inheemse Volken' (2021) erkennen Canadese rechters vaker landrechten en hanteren ze vaker alternatieve straffen voor activisten. In R. v. Desautel  (2021) bekrachtigde de Hoge Raad bijvoorbeeld de rechten van inheemse groepen over landsgrenzen heen.
 
- Nieuw-Zeeland: De 'Waitangi Tribunal' fungeert als bemiddelaar bij landconflicten, waardoor strafrechtelijke vervolging vaak wordt vermeden.  -

- Verenigde Staten: Tijdens de 'Dakota Access Pipeline'-protesten (2016) leidde internationale druk tot terughoudendheid in strafoplegging, ondanks gewelddadige confrontaties.  

Deze voorbeelden tonen aan dat rechters in andere democratieën vaker oog hebben voor historisch onrecht en maatschappelijke onrust, waardoor ruimte ontstaat voor dialoog in plaats van repressie.  

Aanbevelingen  
1. Judiciële training: Rechters moeten worden geschoold in rechtssociologie en -psychologie om blinde vlekken over macht en trauma te doorbreken.  
2. Hervorming van grondwetten: Erkenning van inheemse landrechten in nationale wetgeving, zoals in Bolivia of Colombia, voorkomt escalerende conflicten.  
3. Restorative justice: Herstelrechtelijke benaderingen, waarbij dialoog tussen overheid en gemeenschappen centraal staat, verdienen de voorkeur boven strafrechtelijke procedures.  
4.  Onafhankelijk onderzoek naar politiegeweld: Een transparante evaluatie van de doodschietingen is essentieel om het vertrouwen te herstellen.  

Moreel-Ethisch-Juridische conclusie  
De veroordeling van de Pikin Saron-activisten is juridisch gezien misschien correct, maar moreel en ethisch problematisch. De rechter negeerde zowel de disproportionaliteit van het staatsgeweld als de historische context van inheems verzet, waardoor zijn uitspraak bijdraagt aan een cyclus van onderdrukking. In een democratische rechtsstaat moet rechtspraak niet enkel legaliteit bewaken, maar ook legitimiteit nastreven. De vergelijking met Canada en Nieuw-Zeeland laat zien dat een holistische benadering mogelijk is – waarbij rechters oog hebben voor sociale rechtvaardigheid en de Staat wordt gehouden aan zijn morele verantwoordelijkheid.  

De les van Pikin Saron is duidelijk: zonder erkenning van historisch onrecht en kritische reflectie op de rol van de Staat, blijft de rechtsstaat een instrument van macht in plaats van een baken van gerechtigheid.

Colvin Overdiep
Docent Sociale Wetenschappen/ Rechtssociologie-Psychologie/Criminologie
Hogeschool Inholland Rotterdam -School of Law (2002-2015)

Advertentie

Friday 31 January
Thursday 30 January
Wednesday 29 January
Tuesday 28 January