Suriname en Guyana hebben afgesproken dat de grenskwestie over Tigri via de diplomatieke kanalen bilateraal besproken zal worden. Het formeel informeren van de regionale en internationale gemeenschap en belangrijke bilaterale partners is in dit stadium niet opportuun. Dit zei president Chan Santokhi dinsdag in De Nationale Assemblee tijdens de algemene politieke beschouwingen. De fractieleiders van de NDP, Rabin Parmessar, en Ronnie Asabina van de BEP hebben fel gereageerd over deze kwestie.

Guyana heeft recentelijk uitspraken gedaan dat vóór eind van het jaar een airstrip in het Tigrigebied, zal worden verhard. Eerder waren uitspraken gedaan in de media dat een bestaande school op Kasjoe Eiland gerenoveerd zal worden. Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis), heeft onmiddellijk protest aangetekend tegen deze voorgenomen acties, voerde de president aan.

Na het ontbieden van de Guyanese ambassadeur is het Surinaamse standpunt duidelijk gemaakt. Ook is er een protestnota gestuurd naar de regering van Guyana. "Inmiddels hebben telefonische gesprekken plaatsgevonden tussen de beide presidenten, alsook tussen minister Bibis en zijn collega van Buitenlandse Zaken en andere kabinet ministers. Allen benadrukken dat het gaat om een humanitaire aangelegenheid om assistentie te kunnen blijven verlenen aan de bewoners in het betreffende gebied", deelde Santokhi mee.

Suriname heeft volgens de president consistent benadrukt dat het betreffende gebied onderdeel is van het gezamenlijk overeengekomen proces om via ingestelde grenscommissies de precieze status van het zogenaamde Tigrigebied vast te stellen. Ondertussen blijven beide landen zich op het standpunt stellen dat het betreffende gebied behoort tot hun respectieve territoir.

Aan de minister van Buitenlandse Zaken van Guyana is medegedeeld dat deze uitspraken niet positief bijdragen aan de strategische samenwerking op vele andere gebieden tussen beide landen. "Van onze zijde is aangedrongen dat beide grenscommissies zo spoedig mogelijk bijeenkomen om de informatie uit de verzamelde documenten te bespreken en, indien mogelijk, concrete voorstellen doen aan  beide regeringen voor verdere bespreking. Wij zien ook zo spoedig mogelijk een schriftelijke reactie op de protestnota van de zijde van Guyana tegemoet. De regering is doende het geheel te evalueren en, intern met de verschillende diensten, na te gaan welke verdere stappen ondernomen moeten worden", stelde het Staatshoofd.

Advertentie