De Haïtiaanse politie heeft rubberen kogels en traangas afgevuurd om anti-regeringsdemonstranten uiteen te drijven die wegen blokkeerden en branden stichtten in de hoofdstad, Port-au-Prince. Verschillende mensen zijn daarbij gewond geraakt.

De onrust op zaterdag was de laatste van meer dan een jaar van protesten waarin werd opgeroepen tot het aftreden van president Jovenel Moise wegens beschuldigingen van corruptie. Haïti verkeert in een politieke impasse zonder parlement en wordt nu bestuurd bij decreet onder Moise.

Veel Haïtianen bekritiseren de reactie van de regering op de coronavirus-pandemie en beweren dat het niet genoeg heeft gedaan om medische behandeling of economische steun te bieden aan degenen die hun baan hebben verloren door een nationale lockdown die was ingesteld om de verspreiding van Covid-19 te voorkomen. De politie heeft dit jaar haar eigen protesten gehouden en eiste betere lonen en arbeidsomstandigheden. In februari was er een schotenwisseling tussen de politie en Haïtiaanse soldaten buiten het nationale paleis, waar de politie protesteerde tegen de arbeidsomstandigheden.

Eerder dit jaar beschuldigde een vernietigend rapport van de Verenigde Naties de Haïtiaanse politie van corruptie en het niet beschermen van de bevolking.

Advertentie