starnieuws

Merkwaardige Discontinuïteiten in Betalingsbalans vanaf 2011

19 Oct 2020, 02:51
Suriname wordt geconfronteerd met een extreme valutaschaarste die het dagelijkse leven van velen ontwricht en de economische activiteiten significant hindert. Naast allerhande oorzaken die vaker genoemd zijn, is het ook goed te kijken wat er met betrekking tot de uitstroom van USD is gebeurd. Gebruikelijk is dat de importen het merendeel van die uitstroom uitmaken. Echter is al jarenlang een andere significant grote uitstroom zichtbaar. Hieronder twee grafieken die gebaseerd zijn op data zoals de CBvS heeft gepubliceerd.


In Figuur 1 speciale aandacht voor de rode grafiek die de totale netto instroom van vreemde valuta uit de interactie met het buitenland weergeeft. Te zien is dat de instroom van valuta minimaal en onvoldoende is om onze economie te financieren. Over periode 2006 -2010 bedroeg (5 jaren) die instroom gecumuleerd U$ 492 mln. en over de periode 2011 –2019 (9 jaren) gecumuleerd U$ 33 mln!!! Dat is een factor van ca. 15 lager.

Als we de componenten die resulteren in de rode grafiek (de instroom van USD) Figuur 1 nader bekijken dan valt iets heel merkwaardig op. Zie Figuur 2 hieronder.



Het saldo van de goederenrekening (blauwe kolommen) van de betalingsbalans heeft in de periode 2013 –2016 inderdaad een "dreun" (Suralco) gehad, maar voor de rest is het beeld voor wat betreft de productieactiviteiten niet noemenswaardig slechter.

Wat wel opvalt, is dat vanaf 2011 de DIENSTENREKENING (bruine kolommen) jaarlijks negatieve saldi (uitvoer van valuta) begint te vertonen die de positieve saldi van de goederenrekening volledig overtreffen. Dit ondanks dat zowel de gemiddelde olie- en goudprijs over de periode 2011-2015 ca. 30% hoger was dan over de periode 2006 -2010.

Daarbovenop blijkt ook de INKOMENSREKENING (rode kromme Fig 2) jaarlijks ook significant hogere negatieve saldi (uitvoer van valuta) te hebben.

Het saldo op de LOPENDE REKENING, de blauwe kromme, verdwijnt na 2012 definitief onder de streep ondanks onze goede productie-inspanningen.

Dat de rode kromme (instroom van valuta) in Fig. 1 toch nog enige positieve inkomende valutastromen weergeeft, komt door buitenlandse investeringen, maar vooral door leningen.

Zoals uit de tabel is af te lezen heeft Suriname vanaf 2011 een gigantisch grote affiniteit aan buitenlandse diensten ontwikkeld, waar voor 2011 blijkbaar geen behoefte aan was.

Deze post en de uitvoer van lonen, winsten, dividenden etc. hebben het gehele bedrag van onze productieve inspanningen (goederenrekening: blauwe kolommen) met ruim U$ 1,4 miljard overschreden.

Er is in de periode 2011 –2019 ruim U$ 5.600 mln. aan het buitenland betaald ten behoeve van DIENSTEN EN INKOMENS vs ca. U$ 370 mln. in de periode 2006 –2010! Hoogst opmerkelijk!

En ondanks de vele USD-leningen (instroom USD) was er steeds een structurele USD-schaarste, ca. 500% koersval en hoge inflatie!

De vraag die zich opdringt is wat is er ingaande 2011 ten aanzien van die twee posten wezenlijk veranderd vergeleken met de jaren daarvoor?

Betalingsbalansformat
De opstelling van de Betalingsbalans is gebonden aan een bepaald format (BPM6) dat door het IMF is voorgeschreven. Alle rekeningen van de Betalingsbalans zijn ingedeeld in vaste rubrieken die onder regie van het IMF tussen de landen is overeengekomen. Je kan dus niet "a la dol" posten verzinnen en opvoeren.

Gezien de rubricering van de Dienstenrekening lijkt het onwaarschijnlijk, vanwege onze kleine economie, dat er een rechtvaardiging te vinden is voor een dergelijke grote uitvoer van valuta ten behoeve van Diensten en Inkomens van buitenlanders.

Om voor een dienst te moeten betalen, moet er een leverancier van die dienst zijn in het buitenland aan wie betaald moet worden. Dat betekent NAW-gegevens, facturen en bewijs dat de dienst geleverd en geaccepteerd is.

Er mag van uitgegaan worden dat de CBvS nauwgezet de voorschriften van het IMF volgt dus niet van de voorgeschreven rubrieken zal zijn afgeweken. De CBvS zal dan zeker duidelijkheid in deze kwestie kunnen verschaffen en ook of in 2020 deze uitstroom er nog is.

Deze kwestie dringt omdat zonder deze gigantische uitstroom van valuta ten behoeve van DIENSTEN EN INKOMENS er voldoende USD in de economie zouden zijn. En dat zou uitwerken in waarschijnlijk minder geldontwaarding, minder stagnatie van economische activiteiten, minder werkloosheid, meer middelen voor de bestrijding van Covid-19.

T. R. Adney
(adney_tr@yahoo.com)



Advertentie