Jonathan L. is maandag tot 20 jaar celstraf veroordeeld voor de moord op Clarissa Boldewijn. Kantonrechter Ingrid Lachitjaran achtte doodslag van de 20-jarige universiteitsstudente wettig en overtuigend bewezen. Ze vonniste de verdachte conform de eis van aanklager Nirmala Maikoe.

Lachitjaran voerde aan dat Jonathan L. het slachtoffer in het zand had begraven en haar opzettelijk en doelbewust van haar leven heeft beroofd op 23 januari 2017. Met zijn daad heeft de man de nabestaanden van het slachtoffer veel leed aangedaan. Bovendien was hij nauwelijks vier maanden op vrije voeten toen hij zich schuldig maakte aan doodslag. De kantonrechter merkte op dat Jonathan L. vaker is veroordeeld voor geweldsdelicten. Eerder was hij tot acht jaar celstraf gevonnist.

Jonathan L. had op een eerdere rechtszitting verklaard dat hij Boldewijn niet wilde doden. Er ontstond een twist om 450 gram drugs die het slachtoffer zou verkopen voor de verdachte. Volgens de verdachte had de vrouw hem opgelicht en op die bewuste dag had zij hem zelf weer benaderd. Jonathan L. zei dat Boldewijn hem had voorgehouden dat haar vader hem per 100 gram drugs 2.000 euro kon laten verdienen. Daarna hoorde hij niets meer van haar. Hij had al door dat vader en dochter hem hadden opgelicht. Op die bewuste dag zou Boldewijn hem zelf hebben gebeld. Ze wilde het weer goed maken met hem. Maar, toen liep het volgens Jonathan L. uit de hand.

Maikoe had twintig jaar celstraf geëist tegen de verdachte. Zij achtte doodslag bewezen, terwijl advocaat Murwin Dubois vond dat doodslag niet bewezen was, maar er sprake kon zijn van zware mishandeling de dood ten gevolge hebbende. De raadsman had aangevoerd dat de verdachte geen enkele intentie had om het slachtoffer te vermoorden. Jonathan L. had zijn slachtoffer begraven terwijl ze nog leefde.

Wanita Ramnath

Advertentie