Het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties (VN) heeft opgeroepen om de gevangengenomen voormalige president Luiz Inacio "Lula" da Silva als kandidaat te laten deelnemen aan de presidentsverkiezingen in Brazilië in oktober. De commissie, die toeziet op de naleving door landen van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, heeft vrijdag verklaard dat Lula niet kan worden uitgesloten van de verkiezing, omdat zijn juridisch beroep nog loopt.

In een verklaring per e-mail zei de commissie dat zij Brazilië aanspoorde "niet te voorkomen dat hij zich verkiesbaar stelt bij de presidentsverkiezingen van 2018, totdat zijn beroep voor de rechter is afgerond in een eerlijke gerechtelijke procedure".

De Braziliaanse Arbeiderspartij heeft Lula eerder deze maand genomineerd als haar kandidaat, ondanks het feit dat hij momenteel een celstraf van twaalf jaar uitzit wegens corruptie. De voormalige president leidt de peilingen met een ruime marge. Hij en zijn aanhangers zeggen dat de aanklacht politiek gemotiveerd is. Volgens de Braziliaanse wet mogen kandidaten met een veroordeling die bevestigd is, acht jaar geen gooi doen naar het presidentschap. Maar een veroordeling ontslaat hen niet van campagnevoering.

Het Verkiezingstribunaal heeft tot 17 september de tijd om te beslissen over de kandidatuur van Lula. Het zal naar verwachting de 72-jarige weerhouden om als kandidaat deel te nemen aan de verkiezingen. Het besluit zou zijn advocaten ertoe brengen om vervolgens te stappen naar het Hooggerechtshof.

Kiezers gaan op 7 oktober naar de stembus om hun volgende president te kiezen. Ze stemmen ook voor hun lokale en nationale vertegenwoordigers en deelstaat gouverneurs. Als geen enkele presidentskandidaat meer dan 50 procent van de stemmen behaalt, vindt er op 28 oktober een tweede stemronde plaats tussen de twee beste kandidaten.

Lula, die twee termijnen (2003-2010) in Brazilië regeerde, werd veroordeeld voor corruptie in een uitgebreid onderzoek dat bekendstaat als Operatie Car Wash. Hij zegt dat de aanklacht deel uitmaakt van een politieke heksenjacht om hem ervan te weerhouden opnieuw president te worden. Hij werd in april gevangen gezet, nadat het Supreme Federale Tribunaal van het land zijn verzoek om uit de gevangenis te blijven totdat hij alle beroepen tegen zijn veroordeling heeft uitgeput, niet inwilligde.

Advertentie