John Krishnadath, voorzitter van de Surinaamse Voetbal Bond (SVB), zegt dat de UEFA en de Concacaf willen helpen met het opzetten van een prof league in Suriname. Een UEFA-delegatie is naar Paramaribo afgereisd op een 'fact finding' missie. Er zijn oriëntatiegesprekken gevoerd en workshops gehouden,” legt Krishnadath uit. Ook zijn er bezoeken gebracht aan een aantal clubs, waaronder Robinhood, PVV en Happy Boys.

De informatie die door de delegatie is ingewonnen zal volgens de SVB-voorzitter gebruikt worden om uit te zetten wat in het volgende traject gedaan zal worden. Ook de wettelijke structuur voor het opzetten van de league heeft veel vragen opgeroepen bij de SVB. Veel hangt echter af van de clubs zelf, geeft Krishnadath aan. Ze moeten een bepaald ontwikkelingsniveau en organisatiegraad hebben, maar ook financiën spelen een belangrijke rol.

De SVB-topper zegt verder dat de bond volgend jaar al wil meedoen aan de wedstrijden in Concacaf-verband, die alleen bestemd zijn voor prof of semiprof teams. Als Suriname een league heeft, bestaat er wel een mogelijkheid voor veel profspelers uit Nederland die in de dertig zijn en daar niet meer aan bod komen, om hier wel mee kunnen doen. In de regio beschikken momenteel alleen Haïti, Jamaica, Trinidad & Tobago en de Dominicaanse Republiek over een profteam.

Het programma dat het bezoek mogelijk maakt, is vorig jaar opgestart, zegt Eva Pasquier, hoofd Internationale Betrekking UEFA. Er wordt gezorgd voor onder andere hulp en uitwisseling met andere confederaties buiten Europa, inclusief de Concacaf. Educatie, praktijkvoorbeelden en infrastructurele projecten zijn belangrijk, geeft Pasquier aan. Alle verschillende mogelijkheden die beschikbaar zijn, worden bekeken en geanalyseerd, waarna er aanbevelingen gedaan worden voor de best passende optie.

Het gaat in eerste instantie van het professionaliseren van de organisatie, maar ook het management, administratie en marketing, benadrukt de delegatie. Er is voorbereiding nodig voor het opzetten van een profteam. De infrastructuur en de faciliteiten zijn nog niet op het vereiste niveau. Er is bij de SVB veel enthousiasme om dit plan te realiseren. Aan de andere kant worden de tekortkomingen ook gezien.

Een interessant aandachtspunt dat tijdens het bezoek naar voren is gekomen, is dat clubs een vergoeding zouden moeten krijgen voor het feit dat ze spelers hebben opgeleid. Er zijn in Suriname opgeleide spelers vertrokken naar het buitenland, zonder dat de clubs hiervoor vergoed zijn. De SVB en de clubs zelf zijn daar onvoldoende over geïnformeerd, maar dit is ook in de regio een probleem.

Raoul Lith

Advertentie