starnieuws

Dodson: EITI is niet iets van de regering alleen

16 Nov 2017, 04:30

Minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen met een deel van de Multi Stakeholders Groep. (Foto: René Gompers)
Vanaf 2018 zullen de samenleving en de rest van de wereld weten hoeveel de Surinaamse overheid verdient aan de mijnbouw en waar ze het geld aan uitgeeft. Ook zal duidelijk zijn wie de juridische eigenaren zijn van concessies, wie er directe voordelen aan hebben en wat hun status is. Deze informatie zal niet alleen voor transparantie in de mijnbouwsector zorgen, maar ook investeerders aantrekken. Minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen vraagt eenieder om de nationale zaak te ondersteunen.

Suriname is sinds mei kandidaat-lid van de EITI (Extractive Industry Transparency Initiative) en moet in november 2018 zijn eerste rapport publiceren, om te bewijzen dat het voldoet aan de standaarden van deze wereldorganisatie die voor transparantie en rekenschap in de mijnbouw staat. Dinsdag is op het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen een uitgebreide informatiesessie gehouden over de EITI en de rasse schreden die Suriname heeft gezet om al in een jaar kandidaat gesteld te worden. Met leden van de Multi Stakeholders Groep (MSG), bestaande uit vertegenwoordigers van de regering, mijnbouwbedrijven en maatschappelijke groepen, is van gedachten gewisseld over de nieuwe fase in de mijnbouwsector. Dave Abeleven, directeur NH en voorzitter van de MSG heeft met een presentatie aangegeven wat er tot nu toe bereikt is en wat er nog gedaan moet worden.

Bedrijven als Staatsolie en IamGold brengen traditioneel publiekelijk een jaarverslag uit waarin onder andere wordt aangegeven hoeveel er aan de overheid in de vorm van royalty's en belastingen is betaald. “Maar de EITI gaat verder,” geeft SMG lid Sharmila Jadnanansingh aan. “Dit gaat maken dat de overheid die cijfers moet bevestigen. De cijfers moeten overeenkomen. Daarnaast moet er rekenschap worden gegeven over de bestedingen.” Suriname is het 52e land dat zich gecommitteerd heeft aan het uitdragen van de EITI standaarden. In sommige landen hebben de EITI rapporten ervoor gezorgd dat samenlevingen met hun overheid discussies zijn begonnen over hoe de inkomsten uit de mijnbouw beter te besteden. In andere landen is de informatie uit de EITI rapporten aanleiding geweest voor complete hervormingen in de sector.

Er moet nog bepaald worden wat er aan informatie zal worden meegenomen in het eerste rapport, geeft Abeleven aan. Ook moet nog een onafhankelijke accountant aangetrokken worden om de cijfers na te gaan. Een EITI rapport houdt veel meer in dan financiële cijfers weergeven, benadrukt hij. Het gaat er ook om dat duidelijk wordt aangegeven wie hoe wat waar bezit, en wie er allemaal voordeel aan hebben. Ook wordt het mijnbouwbeleid in beeld gebracht. Deze vorm van transparantie maakt het voor het land en potentiële investeerders mogelijk om makkelijker tot overeenkomsten te komen. Het ligt in de bedoeling dat in de volgende rapporten worden meegenomen de data uit de kleinere mijnbouwactiviteiten, zoals op Nieuw Koffiekamp en de skalians, maar ook uit de zandafgravingen, legt lid Rayah Bhattacharji uit.

Minister Dodson, hoofdverantwoordelijke in dit proces, merkt op dat het EITI lidmaatschap alleen maar voordelig kan zijn voor het land. “De overheid heeft geen vat op dit gebeuren, alles gaat via het MSG,” benadrukt hij. “Het gaat om een standaard. Het gaat niet om een politiek, economisch of maatschappelijk standpunt, maar om Suriname. Het is Suriname dat we te schande gaan zetten als we dit rapport niet kunnen halen. Schande als we andere dingen doen dan we overeengekomen zijn. Dit is een nationale zaak. Ik vraag eenieder om deze nationale zaak te steunen.”

René Gompers

Advertentie