De laatste 300 leden van Colombia’s grootste rebellengroep, de Farc, zijn aangekomen in hun overgangszone voor demobilisatie. Op 24 november hebben Farc-onderhandelaars een herziene vredesakkoord getekend met de Colombiaanse regering. Daarmee is een eind gekomen aan meer dan vijf decennia van gewapende conflicten.

In het akkoord zijn de rebellen overeengekomen om te verhuizen naar 26 overgangszones. De meesten van de 6900 rebellen zijn te voet, per bus en met boot gekomen. Ze hebben lange afstanden vanuit jungle kampen afgelegd.

De rebellen hebben geklaagd dat de overgangszones zijn nog niet afgerond en in sommige gevallen moesten de strijders zelf hun kampen opzetten. De overheid heeft de schuld van de vertraging afgeschoven op de moeilijkheidsgraad van het terrein in veel gebieden en het gebrek aan toegangswegen.

Maar de missie van de Verenigde Naties in Colombia heeft een beroep gedaan op de regering om het tijdschema dat is opgenomen voor het inleveren van de wapens in het vorig jaar overeengekomen vredesakkoord te verlengen. In een uitgelekte brief aan de regering en de Farc, zegt het hoofd van de missie, Jean Arnault, dat het nergens veilig was om wapens te verzamelen als de ontwapende rebellen in onvoltooide kampen achterbleven. "De meerderheid van de kampen is niet afgerond en zijn niet met precisie afgebakend," schrijft hij. "Dit zou kunnen resulteren in een grijs gebied, dat kan leiden tot verschillende interpretaties en kan leiden tot incidenten."

Veel Farc-rebellen zijn volgens Arnault ook bezorgd over hun persoonlijke veiligheid en hun 'sociaaleconomische en fysieke welzijn." Hij heeft de regering en de Farc opgeroepen om zo snel mogelijk met de VN-missie de “werkelijke situatie” van de kampen te evalueren.

De rebellen zullen naar verwachting tot 31 mei blijven in de overgangsgebieden. Ze zullen worden geregistreerd en worden voorbereid om weer in de burgersamenleving te participeren.

Advertentie