starnieuws

Ondernemers enthousiast over Godo Bank te Atjoni

22 Oct 2016, 06:18

Het filiaal van Godo Bank op Atjoni. (Foto's: René Gompers)

Wilco Finisie, directeur ministerie van Regionale Ontwikkeling.

Paul Abiting, voorzitter van de Vereniging van Binnenlandse Houtproducenten.
De aanwezigheid van de Godo Bank in het district Sipaliwini, wordt zeer op prijs gesteld door de overheid en de lokale ondernemers. “Geef ons de faciliteiten en de voorzieningen. Dan hoeven we niet naar de stad. Wij hebben alles hier om te werken en om te verdienen. Daarom zijn we zo blij met de Godo Bank hier op Atjoni,” geeft Paul Abiting enthousiast, luid en blij aan. Abiting is voorzitter van de Vereniging van Binnenlandse Houtproducenten.

Godo Bank, de enige coöperatieve bank van Suriname, heeft een tweede filiaal geopend in Sipaliwini. Het moderne gebouw staat niet ver van de aanmeerplaats van Atjoni, pal naast het politiestation. Zes maanden eerder is daar de ‘eerste ATM machine van het binnenland’ in gebruik genomen. Godo heeft ook een filiaal verder stroomopwaarts in het dorp Nieuw Aurora. De bank zal niet alleen bankzaken doen, maar gaat ook aan financiële educatie doen, deelt Ashwin Gopi, de commercieel directeur mee. Godo is voornemens om ‘de bank van het binnenland’ te worden geeft hij aan. Financiële educatie is essentieel om de enorme potentie in reële verdiensten om te zetten benadrukt Gopi.

Wilco Finisie, directeur bij het ministerie van Regionale Ontwikkeling, is de Godo Bank erg dankbaar voor het besluit om bankzaken in het binnenland te doen. Hij ervaart dit als erkenning van de binnenlandbewoners door de financiële instelling. “Het heeft langer dan 250 jaar geduurd om dit moment mee te maken,” haalt hij aan. “De andere gebieden hebben al die tijd al over deze mogelijkheden kunnen beschikken. “Tide dey un dya fu tyar wan bun bigi ontwikkeling gi a gebied. Wan ontwikkeling di unu no mag onderschat. Wij moeten het binnenland niet langer zien als een verzorgingsgebied en het ‘achterland’. We moeten begrijpen dat het binnenland ook Suriname is en dat de bewoners dezelfde rechten hebben als de anderen in de andere districten,” benadrukt Finisie. “Daarom ben ik zo blij dat wij met Godo kunnen werken.”

Abiting herhaalt dat het binnenland niet langer als het achterland beschouwd moet worden. Er liggen genoeg kansen en verdiencapaciteiten maar, het gebrek aan financiële kennis om zaken richtig te doen, remt de ontwikkeling zwaar, legt Abiting uit. “Er is hier genoeg te doen, we verdienen ook behoorlijk in valuta. Wat moet ik dan in de stad gaan zoeken? We hebben de faciliteiten nodig om hier te blijven! Met alle respect, maar de stad hebben we niet nodig. Wij kunnen hier werken, hier produceren, belasting betalen om bijvoorbeeld onze scholen zelf te bouwen, de politie te voorzien, de wegen hier te asfalteren. Un breyti nanga Godo, we hoeven niet meer helemaal naar de stad, nu gaan wij beter onze administratie en belastingen kunnen beheren, andere sectoren op poten zetten, echte bankzaken doen.”

Finisie voorziet dat Atjoni met de hulp van de Godo Bank zal uitgroeien tot een heuse stad. Hij nodigt de bank uit om zich ook te gaan vestigen op plaatsen als Stoelmanseiland, Apoera, Langatabiki, Snesiekondre en het Paamakagebied, omdat die dezelfde potentie hebben. Gopi merkt op dat zeker uitgekeken wordt naar nieuwe locaties in het binnenland en dat zij stapsgewijs benaderd worden. Abiting is ‘gewoon blij’ dat de bank de binnenlandbewoners tegemoet is gekomen. “Normaal zegt men ‘we zijn blij dat je met ons in zee gaat’ maar ik ben blij dat jullie met ons het bos ingaan. Nogmaals, we kunnen alles zelf hier. Wat we ontbraken, was Godo. De bank doet echt ‘Sembe tan heepi sembe’. (Mensen helpen mensen).

René Gompers

Advertentie