starnieuws

Taalwet zonder onderzoek; een blinde met rijbewijs

19 Feb 2015, 10:00
In een filmpje werd getoond, hoe enkele in het oerwoud rustende Afrikaanse militairen aan het chillen waren. Even een pauze in een guerrilla-oorlog. Er was een mensgrote getemde chimpansee in hun gezelschap waarmee ze aan het dollen waren. Opeens gaf een van de militairen bij wijze van grap zijn geladen Russische Kalasjnikov (automatisch zelf repeterend geweer) aan de nieuwsgierige Chimpansee. Wat er toen gebeurde deed iedereen versteld staan. De chimpansee toonde zich een intelligent huisdier; blij met zijn nieuw speeltje.

Het beest – zijn mensenvrienden na-apend -hanteerde het automatische simpele geweer, bij toeval (?) zeer correct. Hij spande de Kalasjnikov en begon werkelijk om zich heen in het wilde weg te schieten met quasi lachende Chimpansee grijns. Gelukkig mikte de mensaap niet gericht en enigszins hoog. De angstige militairen stoven in paniek als een wolk stuifmeel uit elkaar; doken -een zekere dood ontwijkend - pijlsnel in de bosjes. Een militair benaderde het argeloze speelse beest van achteren en ontnam hem het gevaarlijke wapen. Een dergelijke hilarische doch ook stupide onnozelheid was nimmer vertoond. Het lot van de Chimpansee, is nu niet aan de orde, maar laat zich raden in de wetteloze Afrikaanse jungle.

Afwezige taalpolitiek
Toen onlangs bekend werd dat in Multi linguaal Suriname – kennelijk door een impulsieve ingeving van een jonge onervaren minister- een taalwet zal worden aangenomen, schrok ik hevig en flitste het 'chimpansee-filmpje' door mijn hoofd. Waren de met chimpansee grappende militairen dom of grappig? Met taal- noch wetgeving valt te sollen; zeker niet in de Surinaamse taaljungle waar consistente en actieve taalpolitiek, permanent afwezig zijn. De taal van de inheemsen – een verzameling onbekende Tupi-talen (Warau/Guarini)), Caraibisch (Kalinia), Arowaks, Trio , Wajana - wordt nergens in Suriname officieel gebezigd. Erkend of niet erkend, zijn de inheemse talen inclusief hun sprekers, rechthebbende Surinamers, als negeerbare kwaliteit weggehoond en nauwelijks bekend bij politici. In weerwil van hun steevaste ontkenning van deze constatering; Schande! Het Nederlands is de officiële taal, maar de huidige machthebbers beschouwen Nederland als politieke vijand. Een perfect Nederlands sprekende Surinamer eerder gewantrouwd dan hooggeacht; hij praat sneeuw onder de zon?

Het ouderwetse hardnekkig in regeringskringen voortwoekerende burgerlijke nationalisme is nog steeds fel anti Nederland en de Nederlandse cultuur, op oneigenlijke emotionele gronden. Het Sranantongo echter, de Lingua Franca –algemene omgangstaal- door Jan en alleman gebezigd in Suriname, wordt vreemd genoeg beschouwd als een melaatse besmettelijke zwerver die iedereen mijdt; verstopt als het om erkenning gaat. Wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat 80% van de bevolking die taal beheerst en noodzakelijkerwijs actief hanteert in de communicatie tussen de cultuurgroepen onderling. Ook zijn er recentelijk meerdere talen bijgekomen in Multi linguaal Suriname, waarvan wij weten dat hun status-hoewel nooit onderzocht – in ijl tempo opgewaardeerd wordt. Het Braziliaans/Portugees bijvoorbeeld is in bepaalde regio’s in het binnenland en in enkele hoofdstedelijke buurten (Tourtonne) heersend aanwezig. De wettig erkende officiële taal Nederlands en de gediscrimineerde omgangstaal Sranan (met een lagere status) zijn in meerdere regio’s afwezig.

Marrontalen veroveren Paramaribo
De talen van de Marrons zijn steeds vaker en dominant hoorbaar in Paramaribo waar zij het straatbeeld op andere cultuurgroepen hebben veroverd. Niemand kan iets zinnigs zeggen over de toenemende invloed van de nieuwe stedelingen, die onbewust louter door hun eigen taal te spreken, de status van het Sranan een opwaartse push hebben gegeven. De verwesterde Afro-Surinamer heeft geen eenduidige waardering voor het Sranantongo en ziet neer op de met Afrika geassocieerde Marron-talen.

Bij enkele immigrantengemeenschappen- cultuurgroepen met eigen taal- is vanwege integratie- en emancipatieprocessen een mindere gerichtheid op de eigen cultuurtalen gaande vergelijkbaar met het secularisatieproces bij religieuze groepen. Bij sommige is men fanatiek taalfanaat zoals de Brazilianen. Taalstrijd voor de emancipatie van de eigen taal is in de Hindostaanse cultuurgroep het verst gevorderd, dankzij de pioniers voor het Sarnami. Bij de Javaanse en andere cultuurgroepen is de interesse in de eigen groepstaal gering en zelfs tanend; de Javanen integreren het snelst en nemen het meeste deel aan het nationale economische productieproces ( in de economisch actieve categorie tussen de 15 en 60 jaar).

Chinezen willen meer zichtbaar zijn
De Chinese taal in Suriname neemt qua sprekersaantal buitenproportioneel toe. Over de taalverhoudingen binnen de Chinese groep – bijvoorbeeld taalonderdrukking van in Suriname gesproken Chinese talen door het Mandarijn -is nauwelijks iets bekend. Recente oproepen om de Chinese culturele belangen niet te veronachtzamen, van de enige Chinese vertegenwoordiger in het parlement - fanatiek voor de Chinese zaak pleitend - suggereert dat de Chinezen op zijn minst zeer geïnteresseerd zijn in een duidelijker eigen cultureel gezicht in het cultureel pluriforme nationale spectrum. Op de Chinese ambassade kaartte ik in 2010 de mogelijkheid aan voor een Sranan-Chinees woordenboek om de Chinese integratie van dienst te zijn. De verbaasde Chinese diplomaten waren 'not amused' en staarden voor zich uit van desinteresse. Naar verluid is er door toedoen van ambassadeur Pinas in China een woordenboek Chinees- Sranan vervaardigd. Maar de Chinese culturele druk wordt door de bevolking als onprettig ervaren vanwege het richtingloze immigratiebeleid, en de disproportioneel binnenstromende Chinezen die zichtbaar niets van Suriname afweten.

Ongelijke culturele geldingsdrang
Van alle cultuurgroepen is de Afrika gerelateerde groep numeriek het talrijkst en heeft het eens door hen creatief en uniek vervaardigde Sranan, spontaan een onbetwiste nationale positie ingenomen, op de nadrukkelijke praktische wensen van de gemêleerde bevolking. Bovendien heeft het integratief hoogst scorende populaire Sranantongo- een veelbelovende creolentaal (mengtaal)- als enige Surinaamse minderhedentaal zijn cultuurgroepsgrens overschreden en hebben moedertaalsprekers van andere cultuurtalen deze gemakkelijk te leren nationale volwaardige cultuurtaal stevig omarmd in de onderlinge communicatie. Er bestaat in regeringskringen een chronisch tekort aan kennis over en belangstelling voor de taalsituatie in Suriname. De ogenschijnlijk verdraagzame Afrika gerelateerde politici vooral, vertonen contrair aan hun culturele identiteit een suïcidale onverschilligheid ten opzichte van het Sranan.

Als donderslag bij heldere hemel kwam de mededeling van de Onderwijsminister van Hindoestaanse afkomst, dat een in de maak zijnde taalwet gereed is om door het parlement aangenomen te worden. De aankondiging op zich was achteraf bezien verwachtbaar uit Hindostaanse hoek, omdat de taalstrijd in de Hindostaanse cultuurgroep nou eenmaal het verst gevorderd is. Maar in de huidige taalchaos- een kakofonie van ongelijkheid- een wet slaan zonder gedegen longitudinaal en toegepast wetenschappelijk onderzoek, is in feite het bevriezen van een wantoestand van ongelijkheid en onredelijkheid zodat bij het ontdooien een ongekende polarisatie ontketend wordt omdat alle cultuurtalen dan toegerust zijn met een met een wettig wapen; de Taalwet. Het blind in het wilde weg schieten met of zonder deugdelijke argumenten in een ongeordende taaldiscussie – zonder taalpolitiek en raadpleging van taalkundigen- dient geen enkel nationaal belang. Iedereen zal zich beroepen op de wettigheid van zijn of haar cultuurtaal.

Het huiswerk is bij lange na niet af
De wens de taalsituatie in Suriname een wettig fundament te geven is lovenswaardig. Maar iemand met een beetje taalkennis, die in staat is logisch te denken, zal begrijpen dat men met wetgeving pas kan aanvangen als men begrijpt waarmee men bezig is. Die noodzakelijke richtinggevende monitorende taalpolitiek ontbreekt nu eenmaal. Een taalwet wordt niet enkel gelegitimeerd vanuit de wenselijkheid het Sarnami en andere relevante cultuurtalen vaste voet aan de grond te geven, maar dient onder de huidige politieke omstandigheden geen enkel nationaal doel en zal zelfs de nationale cohesie- nation building- in menig opzicht ernstig ondermijnen. Vandaar de ernstige waarschuwing aan de minister en de regering; bezint eer u begint. Men verstrekt toch ook geen rijbewijs aan een blinde? …Of zoals in het eerder aangehaalde associatief Afrikaans filmpje, een Kalasjnikov aan een chimpansee? Eerst een taalinfrastructuur; de positie van de officiële taal consolideren (o.a. politiek in het reine komen met Nederland of nationalisatie van het Nederlands) en het centrale Sranan opwaarderen (door o.a. het gebruik ervan in het parlement en op openbare overheids-aanwijsborden), ongewenste ontwikkelingen benoemen en isoleren door gericht beleid voordat men met wetten gaat strooien. De minister moet zijn huiswerk beslist overdoen.

Ludwich van Mulier

De auteur is voorzitter van het Surinaams e Dichters en Schrijversgenootschap te Amsterdam (SDSG). Initiator medeoprichter van het Instituut ter bevordering van de Surinamistiek (IBS). Studeerde taalpsychologie als bijvak van de psychonomie en werkte vanaf 1977 als full time wetenschappelijk medewerker jaren bij het Instituut voor toegepaste Sociale Wetenschappen ITS, van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij geniet tegenwoordig bekendheid als politiek analist en schrijver.

Advertentie

Tuesday 16 April
Monday 15 April
Sunday 14 April