starnieuws

Verdachten ontkennen moord gepleegd te hebben

21 Oct 2014, 01:00
De verdachten R.S., B.N. en A.N. die ervan verdacht worden een man op 30 juni 2010 vermoord te hebben, staan terecht voor de kantonrechter. Deze zaak ging maandag voor. Alle drie ontkennen enige betrokkenheid in deze moordzaak gehad te hebben. Ook worden ze ervan beschuldigd dat zij goederen uit de woning van het slachtoffer weggenomen hebben.

R.S. heeft een relatie met B.N. en A.N. is zijn stiefzoon. R.S. verklaarde dat hij zijn werkgever, het slachtoffer, niet in de rug geschoten had met een jachtgeweer. Volgens de verdachte had hij een goede verstandhouding met zijn werkgever en werd hij op tijd uitbetaald door hem. Hij ontkende op 12 mei 2010 de goederen uit de woning te hebben ontvreemd. Hij stelde geen inbraak op 1 juni 2010 in een woning gepleegd te hebben. Verder beweerde R.S. dat hij nooit aan iemand heeft verteld dat hij zijn werkgever vermoord heeft. De verdachte zei dat hij uit vrees voor de politie in eerste instantie de moord bekende.

Zijn stiefzoon A.N. heeft twee keren voor het slachtoffer gewerkt. A.N. was tegen de relatie van zijn moeder en R.S. Daarom had A.N. geen contact meer met R.S. Hij beweerde dat hij niet samen met de R.S. de moord gepleegd heeft. Hij is al twee jaar op vrije voeten in deze zaak. B.N. verklaarde dat zij nooit aan de politie heeft verteld dat R.S. haar verteld had over de moord op het slachtoffer. Eerder op een rechtszitting werden A.N. en B.N. in deze zaak voorlopig in vrijheid gesteld.

Advocaat Irvin Kanhai vroeg om opheffing van de voorlopige hechtenis van R.S. Volgens de raadsman is er maar één bewijsbron tegen zijn cliënt, terwijl het Openbaar Ministerie aangaf dat er meerdere bewijsbronnen zijn. Op 17 november zal deze zaak verder behandeld worden en neemt de rechter een beslissing over de voorlopige hechtenis van R.S.

Advertentie