De Peruaanse regering gaat de illegale houtkap langs de Peruviaans- Braziliaanse grens onderzoeken naar aanleiding van de moord op vier inheemse leiders. De leiders zijn begin september gedood door illegale houthakkers.

De Peruaanse president van de Raad van Ministers, Ana Jara Velasquez, heeft een commissie aangekondigd die de bevoegdheid zal krijgen om de houtkap te stoppen. Ze zei dat de politie tot nog toe één persoon heeft gearresteerd die wordt verdacht van betrokkenheid bij de moorden.

De vier tribale leiders, waaronder een vooraanstaande activist Edwin Chota, zijn gedood op weg naar een vergadering. Op die bijeenkomst zouden manieren om de illegale houtkap te stoppen worden besproken. De mannen uit de Ashaninka- gemeenschap probeerden naar Brazilië te reizen toen ze werden vermoord.

Bedreiging
Actievoerders zeggen dat de mannen een aantal doodsbedreigingen hadden gehad van illegale houthakkers. Volgens correspondenten worden de inheemse mensen in toenemende mate bedreigd door ontbossing, in de afgelopen jaren nog meer dan ooit tevoren.

Velasquez stelde in het vooruitzicht dat de nieuwe commissie ook de kwestie van het grondbezit en titels in het gebied zal aanpakken. De Peruaanse krant ‘El Comercio’ schrijft dat Chota eerder dit jaar de rechten voor bescherming van zijn voorouderlijk grondgebied heeft aangevraagd en dat die hem zijn geweigerd. De krant citeerde de lokale bosbouw commissie in de regio Ucayali, waar Chota woonde. Die commissie zegt dat de Peruaanse regering had aangegeven dat het land was verdeeld en toegewezen aan twee bedrijven in 2002. Die bedrijven hebben kapvergunningen gehad voor de toegewezen gebieden.

Volgens een rapport van de Wereldbank dat was uitgebracht in 2012, komt 80 procent van de Peruaanse houtuitvoer uit illegale houtkap.

Advertentie