starnieuws

Onderwijs in de moedertaal (2)

31 May 2014, 08:00
Het Sranangtongo is behalve een moedertaal ook de lingua franca in Suriname. Hoelang zal het duren om het korps van leerkrachten de diverse moedertalen te laten beheersen? Of hoeft het onderwijs in de moedertaal in gebieden waar er gemengde klassen met diverse etniciteiten bestaan, niet te worden geïntroduceerd? En welke taal zal dan in die gevallen de instructietaal zijn?

Het is zeer de vraag of de ouders mee gaan of willen werken aan het idee van lessen verzorgen in de moedertaal aan hun kinderen. De vraag is of de leerlingen in het vervolgonderwijs dat in de Nederlandse taal zal plaatsvinden geen achterstanden in die taalontwikkeling zullen vertonen. Of gaan de voorstanders van onderwijs in de moedertaal er ook van uit dat de instructietaal in het vervolgonderwijs in die moedertaal zal geschieden? Interessant om dit te vernemen. De taalcomplexiteit, wordt dit niet groter? Lidwoord fouten, verklanking van letters G en K of de R en de L en ga maar zo door.

Ik durf nu al met zekerheid te stellen dat gemeenschappen met een heel lange onderwijstraditie zich zullen verzetten tegen verzorgen van onderwijs in de moedertaal. De Ganzeers en Koffiekampers zullen zich het meest verzetten. Maar ook dorpen als Botopasie, Abenaston, Nw.Aurora en Pokigron gaan zich verzetten hiertegen. In deze gemeenschappen is de moedertaal niet aan het verdwijnen, dus bestaat er geen enkele behoefte om die taal via het onderwijs te beschermen. Als dat de onderliggende bedoeling van het promoten van de moedertaal als instructietaal is.

Als de bedoeling werkelijk ligt op het vlak van betere successen halen in het onderwijs, rijst dan de vraag hoe hebben de duizenden mensen door de jaren heen succes kunnen boeken? Ik denk dat er gekeken moet worden naar meerdere factoren die de onderwijskansen voor de diverse sociale klassen negatief beïnvloeden. Ik weet dat niet alleen de taal een remmende factor is in het traject naar betere resultaten in het onderwijs, maar een complex van factoren die hun oorsprong hebben op sociaaleconomisch en cultureel vlak. Een vraagstuk dat crush-cutting issue in zich herbergt en derhalve een multi-disciplinaire en interdepartementale aanpak vereist. Het ene aspect of de ene factor aanpakken zal niet tot de gewenste duurzame verandering leiden.

Taalpolitiek overheid
Het is überhaupt de vraag of Suriname wel een geformuleerde taalpolitiek, die in integraal geformuleerd en voorspelbaar taalbeleid is ontwikkeld. Ik ken het document of die documenten niet. Ik weet wel wat enkele individuele linguïsten willen met het taalbeleid en de taalontwikkeling in Suriname. Ook in die groep bestaan er divergerende meningen. Soms emotioneel geëngageerd, soms met goed wetenschappelijke en pragmatische argumenten onderbouwd. Een groep wil bijvoorbeeld Engels als nationale en instructietaal invoeren in Suriname, omdat het Nederlands kolonialistisch zou zijn. Dat klopt ook, maar we vergeten daarbij te stellen of toe te geven dat het Engels ook kolonialistisch is en vanwege de bijdrage van de Engelsen aan de slavenhandel en slavernij een wereldtaal geworden is. Het Frans, het Portugees, het Spaans zijn allemaal koloniale talen. Dit zeg ik in de context zoals wij het Nederlands zien. Een andere groep Surinamers wil het Sranantongo als de instructietaal en nationale taal hebben. Deze groep gaat er van uit dat deze taal de lingua franca is en vergeten daarbij te stellen dat deze taal ook een moedertaal is. Andere etnische groepen ervaren het streven en de argumenten van deze groep als een vorm van etnocentrisch gedrag of handeling.

De andere etnische groepen zullen terecht op basis van dit etnocentrisch gedrag tegenstribbelen en dit idee categorisch afwijzen. Omdat er een gedegen taalbeleid ontbreekt, wordt er mijns inziens maar door iedereen die iets bedenkt op taalgebied, maar gerommeld. Ik zeg niet dat er geen verbeterpunten kunnen zijn als er onderwezen wordt in de moedertaal, maar de praktijk leert dat deze operatie in Suriname op basis van het beeld, de argumentatie die ik summier heb aangegeven, haast onuitvoerbaar zal zijn.

De ervaring in de Surinaamse context is dat de leerkracht inventief genoeg is om de leerlingen die de instructietaal niet machtig zijn, te hulp te schieten. Ik denk dat deze ervaring opgetekend en vastgelegd moet worden. Onderwijs kent een eeuwen oude traditie in Suriname. In het binnenland gaat dat zelf terug tot 1850, zij het in een klein deel van het binnenland.


Bert Eersteling

Advertentie

Wednesday 24 April
Tuesday 23 April
Monday 22 April